Een overzicht van nieuwsbericht van onze redactie en aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.
Kritisch artikel over e-learning van Wijnand Lens in Computable. Hij schrijft o.a.: “Ik heb het nodige aan deskresearch gedaan naar cijfers die het succes van eLearning onderbouwen. Bij de grote aanbieders in Nederland staat heel veel positieve informatie, echter er zijn geen cijfers te vinden over effectiviteit van de training, slagingspercentage, afvalpercentage et cetera. Ik denk dat bij de grote aanbieders absoluut gegevens bekend zijn, echter het feit dat deze cijfers niet gepubliceerd worden is waarschijnlijk al een eerste indicatie over de efficiency en effectiviteit.” En: “Onderzoek onder mijn eigen netwerk leert, dat velen van mijn collega’s wel eens gestart zijn met een eLearning-module. Vanuit hun ervaring krijg ik het volgende terug:
- Je hebt veel discipline nodig om een eLearning te volgen
- 60% van de ondervraagden hebben de eLearning niet afgerond
- Van de overige 40% heeft het merendeel examen gedaan, maar 70% daarvan slaagde voor het examen
- Het is zwaar om eLearning alleen te doen, zeker na een werkdag” Lens concludeert: “Wellicht is dit niet echt een representatief onderzoek, maar het bevestigt wel mijn vermoeden over de effectiviteit van eLearning.” Als de cijfers in Lens zijn artikel in de buurt komen van de werkelijkheid, dan lijkt hij een punt te hebben. Want als 60% van de cursisten de online opleiding of cursus niet afrondt en als van de 40% die doorgaat tot het eind zo’n 70% slaagt, dan zou dit betekenen dat e-learning een slagingspercentage heeft van 28%. Lens vervolgt te stellen dat bij klassikale opleidingen een veel hoger percentage van deelnemers het volhoudt tot het eind, met een zeer hoog slagingspercentage. Een stelling die hij overigens ook niet met harde cijfers onderbouwt. Hij eindigt met een pleidooi voor klassikale opleidingen “waarbij de cursist volledig wordt ondergedompeld in de stof en zich met behulp van medecursisten de benodigde vaardigheden meester maakt”. Blended learning – een combinatie van online en klassikaal - is in zijn ogen `een zeer acceptabel alternatief`. Uit het artikel van Lens kan ik niet opmaken of hij zijn artikel provocerend heeft bedoeld, of dat hij zijn vak als ´trainer methodieken´ probeert te beschermen. Hoe dan ook, er zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen bij zijn beweringen. Een harde onderbouwing ontbreekt. Zowel de negatieve cijfers over e-learning als de positieve over klassikale opleidingen zijn ‘van horen zeggen’ en gebaseerd op eigen ervaringen. Daarnaast kun je je afvragen of ‘completion rates’ wel een juiste graadmeter zijn; of ‘application rates’ niet veel belangrijker zijn. Oftewel, het gaat er niet om dat deelnemers keurig tot het eind in de klas blijven zitten en dan – meteen na de les – keurig de vragen beantwoorden. Het gaat er in het bedrijfsleven uiteindelijk om wat een deelnemers oppikken en weten toe te passen in de praktijk. In dat geval heb je als arbeidsorganisatie liever een medewerker die ‘cherry picking’ door een online module gaat en het voor hem/haar bruikbare er uit haalt en toepast, dan een medewerker die de online module helemaal doorloopt, de vragen correct beantwoordt en over gaat tot de orde van de dag. Mijn conclusies. De werkelijkheid is complexer – en daardoor interessanter – dan de eendimensionale manier waarop Lens naar het volgen en afronden van opleidingen kijkt. Zeker vanuit de zorgen die hij zich zegt te maken over de opbrengsten van e-learning in relatie tot de kosten die bedrijven daarvoor moeten maken. Opbrengsten meten in het aantal certificaten dat na afloop van een opleiding wordt uitgedeeld, lijkt mij weinig zinvol. Ik ken geen arbeidsorganisatie die als belangrijke doelstelling heeft dat de medewerkers certificaten scoren. Verhogen van de kwaliteit van hun werkzaamheden lijkt mij belangrijker. Of certificaten en slagingspercentage daarvoor geëigende indicatoren zijn, is nog maar de vraag. e-Learning verandert het leerdomein. Niet alleen in de manier waarop leermateriaal wordt aangeboden, maar ook op de manier waarop het wordt gebruikt. Klassikale opleidingen, waarbij het aanbod wordt geoefend en geleerd buiten de context van het dagelijkse werk, is voor een deel van wat moet worden geleerd en geoefend nog steeds belangrijk of zelfs onmisbaar. Maar voor heel veel leermateriaal geldt dat het efficiënter en effectiever is als het geleerde precies op tijd, in de context van het werk kan worden eigen gemaakt. Dat is een fundamentele slag die e-learning mogelijk maakt. En die leerinterventies laten zich niet meten door hoelang de ‘bums in de seats’ blijven en hoe hoog de score is op ‘happy sheets’ en aanverwante meetmethodes. Lens roept op tot een reactie. Bij deze. En ik roep de e-learning-community op om te komen met harde cijfers over de (andere) manier waarop e-learning efficiënt en effectief is. Bron: Computable
Naam (verplicht)
E-mail (verplicht)
Bericht mij via e-mail over vervolg commentaar
Helma van den Berg van Let's Learn! beluisterde de bijdrage van Jeanne Bakker aan de podcastserie BrainBakery. Bakker vertelde over de bedreiging en kansen die we nu en in de toekomst van AI kunnen verwachten. In de podcast sprak zij haar verwachtingen uit voor de toekomst van AI in leren. Helma is het met haar eens. Zoals de gedachte om AI voor gepersonaliseerd leren te gebruiken.