Afvalsector timmert aan de weg met gezamenlijke veiligheidsinstructie
'Wat doe je, en wat laat je, om veilig te werken?'. Die zin staat centraal in
de Veiligheids Instructie Afvalinzamelbedrijven (VIA), een interactief
leerpakket dat op 4 oktober 2007 werd gepresenteerd door de Stichting
Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Energie- en Nutsbedrijven (O&O fonds ENb)
aan een groot aantal Nederlandse afvalinzamelbedrijven. Het pakket, een
initiatief van O&O fonds EN en tot stand gekomen dankzij het onderwijskundig
bureau TinQwise, werd enthousiast onthaald. "De oefenstof is dusdanig verpakt
dat velen niet eens in de gaten hadden dat het hier om een veiligheidsinstructie
ging", zo zegt Adriaan Lefeber, KAM-coördinator bij AVR - Van Gansewinkel en een
van de initiatiefnemers van de nieuwe instructie.
Door Frits de
Jong
Eerst maar wat cijfers. De omzet van de afvalsector in
Nederland bedraagt circa 5,5 miljard euro per jaar. Verder biedt de sector werk
aan ruim 30.000 mensen, en produceren de Nederlandse huishoudens jaarlijks meer
dan 9 miljoen ton afval. De cijfers zijn afkomstig uit het Jaarverslag 2006 van
de Vereniging Afvalbedrijven,
een organisatie die de belangen behartigt van meer dan 50 bedrijven uit de
afval- en milieubranche. Een van die bedrijven is AVR - Van Gansewinkel,
een in 2007 geïntegreerd afvalconcern dat meer dan 6500 medewerkers heeft en
actief is in onder meer Nederland, Tsjechië, België, Polen, Frankrijk, Engeland
en Portugal. Daarmee behoort het bedrijf tot de Europese top vijf als het gaat
om afvalcombinaties.
Adriaan Lefeber is KAM-coördinator (Kwaliteit,
Arbeidsomstandigheden en Milieu) bij AVR - Van Gansewinkel, en in die
hoedanigheid raakte hij circa anderhalf jaar geleden betrokken bij de opzet van
een nieuwe veiligheidsinstructie voor de chauffeur/belader van
afvalinzamelbedrijven binnen de Afval & Milieusector. "We hadden destijds
een instructievideo, maar het nadeel daarvan was de passieve houding van de
kijker en het gebrek aan individuele toetsingsmogelijkheden. Ook een afgeleide
versie van deze video, die via internet beschikbaar was, voldeed niet en daarop
is besloten om met een aantal partijen een nieuwe instructie te maken", aldus
Lefeber. "In die nieuwe instructie moest ruim aandacht zijn voor
veiligheidsaspecten, moest het leren voor de doelgroep aantrekkelijk gemaakt
worden en moest er een mogelijkheid zijn voor individuele
toetsingsmogelijkheden."
E-learning
Om de inhoud van de nieuwe
instructie te bepalen, werd een projectgroep samengesteld van acht
KAM-coördinatoren, onder wie Adriaan Lefeber. Het O&O fonds Energie en Nutsbedrijven, een opleidings- en
ontwikkelingsfonds dat werkt voor bedrijven die zijn aangesloten bij de werkgeversorganisatie ENb (WENb),
was nauw betrokken bij de financiering en opzet van de nieuwe instructie.
Gezamenlijk kwamen de partijen al snel tot de conclusie dat een online
e-learningpakket de meest ideale vorm was om de nieuwe instructie in te gieten.
Lefeber: "In onze branche wordt veel gewerkt met uitzendkrachten, en dat heeft
weer als gevolg dat er vaak geen tijd is om deze mensen uitgebreid te gaan
instrueren. Zeker niet op de oude, klassikale manier. Dit pakket heeft als groot
voordeel dat je het op ieder gewenst moment van de dag, in je eigen tempo en
vanaf iedere locatie kunt bekijken en benaderen. Uitzendkrachten krijgen
daardoor toch een goed beeld van de werkzaamheden en risico's die het afval
inzamelen met zich meebrengt."
Uniformering
Wat betreft Bart
van Eggelen, secretaris van het O&O fonds, heeft e-learning nog meerdere
voordelen. "Wanneer een deel van de cursus niet meer actueel is, of anderszins
niet bevalt, hoef je niet meer veel tijd, geld en energie te steken in een
geheel nieuwe video. Het aanpassen of toevoegen van modules is in dat geval
genoeg", aldus Van Eggelen, die het daarnaast belangrijk vindt dat de nieuwe
manier van leren mogelijkheden geeft om te werken aan uniformering van de
regelgeving van de deelnemende bedrijven. "Het belangrijkste vind ik het feit
dat de content van deze nieuwe instructie afkomstig is van en uit de eigen
bedrijfstak. Dat heeft geresulteerd in een voor de doelgroep zeer herkenbaar
instructieprogramma, waarin onderwerpen aan bod komen als persoonlijke
veiligheid, persoonlijke beschermingsmiddelen, de functie van de
bedieningsknoppen, voertuigencontrole, tillen en regels in het verkeer", aldus
Bart van Eggelen die daarbij benadrukt dat met name TinQwise uit Hilversum
verantwoordelijk is voor die herkenbaarheid.
TinQwise
Dat het
onderwijskundig bureau TinQwise gekozen werd om de vormgeving van de
veiligheidsinstructie op zich te nemen, was niet helemaal vreemd. Het O&O
fonds en het Hilversumse bedrijf hadden eerder zaken gedaan, en die samenwerking
was beide partijen goed bevallen. Bart van Eggelen daarover: "Wij zijn erg
tevreden over het bureau, en ook dit project hebben ze weer goed aangepakt. Zij
snapten direct wat de afvalinzamelbedrijven wilden zeggen met de instructie, en
hebben dat vertaald in een mooi beeldend product. Daarbij hebben ze vooral de
nadruk gelegd op de tone of voice. Die is erg prettig, en nergens
dwingend of belerend." Ook Adriaan Lefeber is erg tevreden over het resultaat.
"De oefenstof is dusdanig verpakt dat velen niet eens in de gaten hadden dat het
hier om een veiligheidsinstructie ging", zo zegt Lefeber. "Daarbij is gekozen
voor een sterk visuele insteek. Bewust. De doelgroep bestaat voor een groot deel
uit mensen die de Nederlandse taal niet of niet voldoende machtig zijn, en dan
zou een instructie met veel tekst niet overkomen. Dit sluit veel beter aan bij
de doelgroep, en daar hoort ook een flinke portie humor bij. Dat hoort bij het
vak, en dat maakt de instructie prettig om naar te
kijken."
Neveneffect
Het prettig ervaren van de instructie
heeft een vooraf niet bedoeld neveneffect, zo hebben Bart van Eggelen en Adriaan
Lefeber in de afgelopen weken gemerkt. Zo kan de instructie ingezet worden om
buitenstaanders een kijkje te gunnen in de keuken van een afvalinzamelbedrijf,
en daarmee heersende vooroordelen weg te nemen. Adriaan Lefeber over het
onbedoelde neveneffect: "Als je het hebt over afvalverwerking, dan leeft toch
vaak het beeld dat het smerig werk is op locaties waar voortdurend stank is, en
dat bovendien ook nog slecht betaald. Deze instructie laat zien dat dát beeld
niet klopt." Ondanks de goed ontvangen instructie, en een niet bedoeld
neveneffect, wil dat nog niet zeggen dat afvalinzamelbedrijven ook direct staan
te trappelen om over te gaan tot implementatie in hun eigen organisatie. "De
reacties zijn positief, maar we merken wel dat bedrijven daarna een duwtje in de
rug nodig hebben voor de implementatie. In telefoongesprekken wijzen wij hen
onder meer op de mogelijkheid om een eigen schil te bouwen rondom de instructie,
zodat het geheel meer iets eigens krijgt. Ook is er de mogelijkheid om het
geheel in een eigen digitaal klaslokaal te plaatsen, een Learning Management
Systeem (LMS). Maar uiteindelijk zullen de bedrijven zélf die keus moeten maken.
Wij kunnen ze hooguit adviseren", aldus Bart van Eggelen.
Relevante
links
Nederlandse Vereniging
Reinigingsdiensten