AI-adoptiemodel voor onderwijs en L&D
Hoe integreert jouw organisatie AI voor leren en ontwikkelen, opleiden en onderwijs? Van categorisch verbieden tot volledig omarmen – onderwijsinstellingen en L&D-afdelingen maken verschillende keuzes. Deze keuze voor één van de vijf varianten beïnvloedt zowel de dagelijkse praktijk als de lange termijn strategie. Welke variant kiezen jullie?

Een AI-adoptiemodel is een model dat beschrijft hoe AI-technologie wordt geaccepteerd en overgenomen door een organisatie. Een bekend adoptiemodel is dat van Rogers waarin hij vijf groepen mensen onderscheidt op basis van de snelheid waarmee zij een innovatie accepteren.
Als het gaat om de adoptie van AI kun je m.i. grofweg vijf varianten onderscheiden waarin onderwijsinstellingen en L&D-afdelingen AI-technologie adopteren voor leren en ontwikkelen, opleiden en onderwijs. De keuze voor een bepaalde variant is van invloed op de AI-strategie van een instelling. Zo heeft de California State University aangegeven een “AI-empowered” universiteit te willen zijn.
In het onderstaande beschrijf ik dit AI-adoptiemodel voor onderwijs en L&D. Ik heb de zes strategieën voor het aanpassen van manieren van beoordelen van Lodge cs hierin verwerkt. Daar waar ik schrijf over ‘organisatie’ bedoel ik een onderwijsinstelling, opleidingsinstituut of L&D-afdeling. Een adoptiemodel is overigens geen ‘volwassenheidsmodel‘. Ook kun je als onderwijsinstelling of L&D-afdeling op een gegeven moment een andere variant kiezen. De varianten worden vooral beïnvloed door je visie op AI en leren en ontwikkelen, opleiden en onderwijs.
De AI-gedreven organisatie (AI-driven)
In de AI-gedreven variant omarmen organisaties AI volledig en denken fundamenteel ‘om’ over onderwijs en toetsing. AI staat centraal in alle processen, waarbij traditionele methoden worden heroverwogen. Docenten/opleiders integreren AI-tools standaard in hun ontwerp van leeractiviteiten en verplichten vaak het gebruik ervan bij opdrachten. AI-toepassingen worden ook autonoom gebruikt als het gaat om taken die eerst door docenten werden uitgevoerd. Lerenden werken expliciet met AI binnen hun leerproces. Zij werken creatief en effectief samen met AI-toepassingen en evalueren AI-output kritisch. Assessment wordt programmatisch ingericht. Bijvoorbeeld aan de hand van portfolio’s waarin lerenden hun competenties aantonen, inclusief reflecties op hun AI-gebruik. De organisatie investeert substantieel in infrastructuur en professionele ontwikkeling, waarbij continue innovatie hand in hand gaat met het ontwikkelen van nieuwe didactische benaderingen die AI-mogelijkheden benutten. De organisatie heeft oog voor Unesco’s principes voor het gebruik van AI in het onderwijs, maar durft wel meer risico’s te nemen als het gaat om zaken als recht op privacy en gelijke kansen.
De AI-versterkte organisatie (AI-empowered)
Bij de AI-empowered variant kiezen instellingen voor strategisch omarmen van AI binnen duidelijke kaders. Docenten behouden de regie maar gebruiken AI als integraal onderdeel van hun praktijk. Opdrachten worden zo ontworpen dat lerenden AI-tools gebruiken onder begeleiding, waarbij het ontwikkelen van kritisch denkvermogen en AI-vloeiendheid centraal staat. Een docent Engels laat bijvoorbeeld lerenden zakelijke brieven schrijven met ChatGPT, waarbij zij hun prompts en keuzes moeten onderbouwen. Verder past men onderwijs toe dat de huidige beperkingen van AI uitdaagt (erom heen werken). Dit betekent dat opdrachten worden gecreëerd waarbij lerenden vaardigheden moeten inzetten waar AI moeilijk mee kan omgaan, zoals creativiteit en kritisch denkvermogen. Daarnaast omzeilt de organisatie het gebruik van AI soms. Dit betekent dat men soms teruggrijpt naar traditionele methoden, zoals handgeschreven toetsen, mondelinge examens en persoonlijke reflecties. De instelling heeft heldere richtlijnen voor verantwoord AI-gebruik en investeert in doorlopende professionalisering in AI-vloeiendheid. Deze benadering combineert de voordelen van AI met behoud van pedagogisch-didactische waarden. De organisatie heeft oog voor Unesco’s principes voor het gebruik van AI in het onderwijs.
De AI-ondersteunde organisatie (AI-supported)
De AI-ondersteunde variant kenmerkt zich door een relatief pragmatische aanpak waarbij organisaties AI-uitdagingen in relatie tot leren en ontwikkelen, opleiden en onderwijs vooral omzeilen en eromheen werken. Docenten passen hun toetsvormen aan door bijvoorbeeld terug te grijpen op mondelinge examens, handgeschreven opdrachten of contextspecifieke vraagstukken die AI-zwakheden benutten. Een geschiedenisdocent vervangt essays door presentaties waarin lerenden hun onderzoeksproces moeten toelichten. Een wiskundedocent ontwerpt opgaven met recente lokale context die niet in AI-trainingsdata voorkomt. De instelling ontwikkelt basisrichtlijnen maar laat docenten ruimte voor eigen invulling. Ook investeert de organisatie in AI-geletterdheid van medewerkers en lerenden. Deze aanpak erkent AI-realiteit zonder volledig afhankelijk te worden van technologie. Omarmen doet men nauwelijks omdat een groot deel van de organisatie zich ongemakkelijk voelt bij het gebruik van AI-toepassingen. De organisatie heeft oog voor Unesco’s principes voor het gebruik van AI in het onderwijs.
De AI-bewuste organisatie (AI-aware)
In de AI-bewuste variant kiezen instellingen bewust voor beperkte implementatie, zonder de realiteit van AI te negeren. Het curriculum behandelt AI als onderwerp zodat lerenden de technologie begrijpen, maar structureel gebruik blijft uit. Docenten krijgen basiskennis over AI-ontwikkelingen zonder druk tot implementatie. De organisatie erkent dat pure “struisvogelpolitiek” niet haalbaar is en bereidt zich voor op toekomstige veranderingen. Discussies over kansen en risico’s vinden plaats zonder overhaaste beslissingen. De organisatie heeft nog betrekkelijk weinig nagedacht over de toepassing van Unesco’s principes voor het gebruik van AI in het onderwijs. Deze afwachtende maar bewuste houding geeft ruimte voor zorgvuldige afweging terwijl ontwikkelingen worden gevolgd. De organisatie omzeilt het gebruik van AI en verbiedt het gebruik ervan, daar waar men dat opportuun vindt. Incidenteel worden AI-toepassingen door docenten gebruikt om het onderwijs daadwerkelijk te faciliteren (bijvoorbeeld voor contentontwikkeling).
De AI-verboden organisatie (AI-banned)
Deze variant kiest voor verbieden van het gebruik van AI. De organisatie vindt het gebruik van AI voor leren en ontwikkelen, opleiden en onderwijs vooral schadelijk. Men vreest dat lerenden metacognitief lui en dommer worden omdat lerenden het leren uitbesteden aan AI-tools en afhankelijk ervan worden (bijvoorbeeld als het gaat om feedback). De organisatie wijst op de parallel met de smartphone die vooral afleidend werkt als het gaat om leren, ondanks dat ook sprake is van educatieve potentie. Zij geven er de voorkeur aan om deze potentie te negeren. Het is volgens deze organisatie namelijk vechten tegen de bierkaai als je lerenden wilt leren ‘wijs’ gebruik te maken van AI-technologie voor leren. Lerenden kiezen bijna van nature voor de gemakkelijkste weg. De organisatie beseft dat handhaving van een verbod complex is. Men communiceert helder over deze keuze en de onderliggende principes rond academische integriteit en authentiek leren. De hoop is gevestigd op detectiesoftware, al is die hoop op dit moment ijdel. Daarnaast kiest men voor verwerkingsactiviteiten ‘op school’ zodat beter bewaakt kan worden dat lerenden geen gebruik maken van AI-toepassingen voor leren. De organisatie kiest ook weer voor opdrachten en toetsen op locatie te maken met pen en papier. Er wordt wel les gegeven over AI, maar zonder AI-technologie op school te gebruiken. De organisatie erkent dat lerenden manieren kunnen vinden om verboden te omzeilen, maar kiest principieel voor deze aanpak waarbij traditionele onderwijsmethoden centraal blijven staan. De organisatie vindt Unesco’s principes voor het gebruik van AI in het onderwijs essentieel, en wil geen risico nemen als het gaat om zaken als recht op privacy en gelijke kansen.
Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie
Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.