Nieuws

Een overzicht van nieuwsbericht van onze redactie en aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van de Redactie | 13-08-2008 | Article Rating | (0) reacties

Universiteiten en institutionele ondersteuning voor open access

In dit artikel (een Nederlandse vertaling van een oorspronkelijk Spaanstalig artikel) wordt de betrokkenheid van universiteiten bij het opzetten van institutionele vormen van ondersteuningsbeleid voor open access tegen het licht gehouden. Er worden vier procedures besproken die in 2008 volgden, waaronder twee initiatieven van Spaanse universiteiten. Het artikel van Ernest Abadal en Reme Melero* wordt afgesloten met het benadrukken van de relatie tussen het ondersteuningsbeleid en de vrije verspreiding van kennis door universiteiten, met inachtneming van het sociale aspect van hun derde taak: kennisoverdracht.

Door Ernest Abadal en Reme Melero

De bijdrage van universiteiten tot de ontwikkeling van open access kan grofweg in twee categorieën worden onderverdeeld. De eerste categorie omvat het politieke of institutionele aspect. Dat wil zeggen alles wat betrekking heeft op de goedkeuring van documenten, procedures, toetredingen, het ondertekenen van verklaringen, et cetera, ten gunste van de vrije toegang tot de wetenschap. De tweede categorie omvat het terrein van praktische initiatieven die een gevarieerd geheel van verrichtingen behelst die met name zijn gericht op het in leven roepen van institutionele, digitale archiefsystemen. Meestal gaat het om initiatieven die gekoppeld, of in gang gezet zijn door bibliothecarissen die in staat bleken hun aloude taak, namelijk het bewaken, organiseren en verspreiden van de documentatiecollectie van de instellingen waar zij werkzaam zijn, op de juiste wijze te moderniseren.

Op dit praktische gebied zijn grote vooruitgangen geboekt aangezien er al veel universiteiten over digitale archieven beschikken. Op het institutionele vlak is er slechts mondjesmaat sprake van vooruitgang. Bovendien verloopt het vooruitgangsproces een stuk langzamer, omdat de initiatieven op dit gebied rechtstreeks verband houden met de goedkeuring van de beleidsorganen die door de rectorale teams geïnitieerd dienen te worden en die vervolgens de goedkeuring behoeven van onderzoekscommissies of commissies voor wetenschappelijk beleid. Bovendien moeten ze ook nog goedgekeurd worden door de raad van bestuur. In dit overzicht verwijzen wij hoofdzakelijk naar dit type procedure.

Politieke ondersteuning
De politieke ondersteuning voor open access beperkt zich tot een aanzienlijke lijst van initiatieven, in gang gesteld door diverse instellingen en organen met het doel de voordelen van de vrije, kosteloze wetenschappelijke productie te kennen te geven, het publiek bewust te maken van de voordelen ervan en deze te bevorderen. Deze verrichtingen dragen bij tot het scheppen van een sfeer van bereidheid tot verandering ('create change') onder de docenten en het overige onderzoekspersoneel. Deze sfeer draagt erop zijn beurt aan bij dat men zicht krijgt op eigen wetenschappelijke productie. Deze institutionele ondersteuning wordt gegeven in de vorm van een brief, een openbare verklaring of een aanbeveling. Als voorbeeld kunnen we verwijzen naar de brief van de Public Library of Science (2001), de verklaringen van Boedapest, Bethesda en Berlijn, of de diverse door de Europese Commissie (EC 2007) of de Raad van Ministers van de EU (2008) goedgekeurde documenten.

Anderzijds hebben deze verklaringen in sommige gevallen geresulteerd in de implementatie van interne institutionele beleidsvormen door onder meer onderzoeksinstituten en universiteiten (aanbevelingen, opdrachten, enzovoorts) teneinde de toetreding van hun gemeenschap tot open access te stimuleren. ROARMAP (Registry of open access Repository Material Archiving Policies) vormt een goede bron voor wie van deze procedures kennis wil nemen. ROARMAP registreert de institutionele beleidsvormen ten behoeve van open access, aangenomen door overheden, onderzoeksinstellingen, universiteiten, et cetera.

De universiteiten zijn op beide fronten actief geweest, hoewel deze deelname noch massaal, noch bijster markant te noemen was. Een voorbeeld is de Verklaring van Berlijn (Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities), die tot op heden ondertekend is door 102 universiteiten (waaronder 15 Spaanse universiteiten, 14 Nederlandse universiteiten en 15 Belgische universiteiten) op een totaal van 250 organisaties die de verklaring ondertekend hebben. Wat betreft de invoering van interne beleidsvormen kunnen we verwijzen naar tal van voorbeelden, waaronder die van Minho, Southampton of Luik zich in het bijzonder onderscheiden.

Initiatieven in 2008
Gedurende de afgelopen zes maanden hebben diverse door de universiteiten opgestelde en goedgekeurde documenten het licht gezien, hetgeen duidt op een zekere vooruitgang op dit gebied. Wij zullen twee internationale initiatieven toelichten en, in korter bestek, twee Spaanse initiatieven.

Op de eerste plaats de Aanbevelingen van de Werkgroep voor open access van de European University Association (EUA, 2008), een document dat ten doel heeft om de vrije toegang tot de wetenschap een impuls te geven. Dit document werd goedgekeurd tijdens de bijeenkomst van genoemde Vereniging van Europese universiteiten, die van 25 tot 28 maart plaatsvond in de Universiteit van Barcelona. De aanbevelingen die het document omvat, kunnen als volgt worden samengevat: zo spoedig mogelijk de resultaten van het onderzoek ter beschikking van het publiek stellen, institutionele of gecombineerde bijdrages creëren, het archief van de onderzoekers zélf opvragen en financiële ondersteuning verstrekken aan open access­-tijdschriften die tegen betaling inzichtelijk zijn. Deze aanbevelingen zijn gericht aan de rectorale teams.

Het document omvat tevens andere aanbevelingen, gericht aan de nationale congressen van rectoren en aan de EUA zelf. Deze aanbevelingen hebben te maken met het coördineren van de instellingen die het onderzoek financieren alsook de institutionele betrekkingen met de EU. Het betreft een uiterst belangrijk document, aangezien het is goedgekeurd door de hoogste instantie van de Europese universiteiten.

Op de tweede plaats is daar de white paper 'Open Doors and Open Minds' (PDF), dat gezamenlijk is opgesteld door SPARC (the Scholarly Publishing and Academic Resources Coalition) en Science Commons (SPAR, 2008). Het doel van dit document is om duidelijk te maken welke stappen een faculteit of universiteit als geheel dient in te zetten om het voor haar academisch personeel eenvoudiger te maken om de wetenschappelijke productie op vrije en kosteloze wijze via internet te verspreiden. Als model wordt het recente akkoord genomen van de Faculteit van Schone Kunsten van de Universiteit van Harvard.

In het geval van Spanje dient melding gemaakt te worden van het document dat de Raad van Bestuur van de Universiteit van Barcelona (Universiteit, 2008) heeft goedgekeurd, en dat ten doel heeft een eerste grondslag te leggen voor een universitair beleid ter bevordering van de vrije kennisverspreiding. Dit alles met inbegrip van de verrichtingen die in drie groepen kunnen worden ondergebracht: institutioneel compromis, de bevordering en verspreiding van het model van vrije toegang en stimulering van het digitale archiefsysteem (en andere externe archieven). Anderzijds dient ook gewezen te worden op de oproep tot ondersteuning aan onderzoeksprojecten, in gang gezet door de Universiteit Rey Juan Carlos I (Universiteit, 2008), die verplicht tot de openbare publicatie van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek uit de collectie van genoemde universiteit.

Conclusie
Waarom dienen universiteiten betrokken te zijn bij de vrije kennisverspreiding? Van oudsher wordt gewezen op de twee basistaken van de universiteit: onderricht en onderzoek. De laatste jaren wordt met nadruk op een derde kerntaak aangedrongen: de overdracht en verspreiding van kennis. Hiermee wordt het belang onderstreept van de mogelijkheid van nieuwe verworven kennis om buiten de muren van de universiteit te treden, opdat andere organisaties en personen deze kennis kunnen benutten.

Deze derde kerntaak omvat twee aspecten: enerzijds wat overdracht en vernieuwing zou moeten zijn (dat wil zeggen de kennis en de technologie overdragen naar andere openbare instellingen en privé-instellingen met een duidelijk commercieel oogmerk). Anderzijds is daar de verspreiding van kennis binnen de maatschappij die op vrije en kosteloze wijze plaatsvindt en een aanvulling vormt op het eerste aspect, aangezien er sprake is van een sociale in plaats van een strikt commerciële oriëntatie.

Universiteiten dienen op deze kerntaak gewezen te worden met als doel het institutionaliseren van werkzaamheden, diensten en diverse initiatieven die reeds in gang zijn gezet door hun gemeenschap van gebruikers.

In het licht van wat we waarnemen is het duidelijk dat er nog een lange weg afgelegd dient te worden. In het bijzonder in Spanje.

* Ernest Abadal en Reme Melero zijn lid van het ThinkEPI-netwerk.

Vertaling: Rik Schraag


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

CAPTCHA Afbeelding
Voer de hierboven staande code in:

Meest gelezen nieuws

Geen artikelen gevonden

Achtergronden aanbieders

Column

0 reacties
Van Let’s Learn! 09-10-2023

Retentie en AI

Helma van den Berg van Let's Learn! beluisterde de bijdrage van Jeanne Bakker aan de podcastserie BrainBakery. Bakker vertelde over de bedreiging en kansen die we nu en in de toekomst van AI kunnen verwachten. In de podcast sprak zij haar verwachtingen uit voor de toekomst van AI in leren. Helma is het met haar eens. Zoals de gedachte om AI voor gepersonaliseerd leren te gebruiken.