Terugblik op de eenendertigste editie van de Online Educa in Berlijn: Humanity in the Intelligent Age #oeb25
Zoals gebruikelijk reflecteer ik na afloop van de OEB op de inhoud van deze altijd boeiende en dynamische conferentie, en beschrijf ik of deze editie van de Online Educa aan mijn verwachtingen heeft voldaan. Ik besteed ook aandacht aan wat me is opgevallen aan de beurs.
De opkomst en mogelijke impact van AI op leren en werken, en het behoudt van ‘humanity’ daarbij vormde m.i. de rode draad van deze OEB. Deze opkomst werd ook gepositioneerd tegen de achtergrond van wat hoogleraar Anja Schmitz noemde ‘polycrisis’: meerdere, afzonderlijke crises vinden tegelijkertijd plaats en versterken elkaar. Dit creëert een complex web van problemen dat groter is dan de som der delen en dat de samenleving onder grote druk zet. Het gaat dus niet om één enkele uitdaging, maar om een verwevenheid van onder meer klimaatverandering, economische instabiliteit, geopolitieke conflicten en pandemieën. De opkomst van AI speelt hierbij zoals gezegd ook een belangrijke rol.
Tijdens de OEB vond een genuanceerde en verdiepende discussie plaats over de impact en implementatie van AI bij leren, opleiden en onderwijs. Deze ontwikkeling heeft voordelen en grote beloften (zoals het oplossen van Bloom’s 2 Sigma probleem), maar kent ook nadelen en risico’s. We moeten van ‘vibes’ naar ‘values’ stelde Neil Selwyn in dit verband. De grote dualiteit waarmee AI wordt benaderd, viel op.
De nadruk laf op de verantwoordelijke veranderingen en verantwoordelijk en waardegedreven AI-gebruik. AI is geen neutraal gereedschap is, maar een spiegel die onze aannames en voorkeuren terugkaatst en zich nestelt in onze cognitieve routines. De oproep tot “positieve fricties” — situaties waarin men niet kiest voor gemak, maar voor leerzame weerstand — illustreert dat leren met AI om een bewuste en didactisch verantwoorde inspanning wordt gezien.
Andere belangrijke elementen uit de OEB 2025 waren wat mij betreft:
- Menselijkheid en regie centraal: De absolute noodzaak om de mens centraal te stellen en ervoor te zorgen dat de mens in control blijft, niet de technologie. AI moet menselijke kwaliteiten ondersteunen (augmented intelligence) en mag menselijk denken niet vervangen. Ethiek moet niet met de mond worden beleden, maar vertaald worden in concrete acties.
- De noodzaak van AI-geletterdheid en AI-fluency: Er is een sterke nadruk op het investeren in de professionaliteit van docenten en lerenden, zodat zij AI begrijpen, inclusief de beperkingen. Een aantal keren werd zelfs het belang van AI-fluency benadrukt. Leiders hebben AI-fluency nodig om weloverwogen, verantwoorde beslissingen te nemen. Voor docenten betekent dit zich richten op de ‘application layer’: weten wat je met AI kunt doen en wanneer het past. Je zult daarbij m.i. ook globaal moeten weten hoe de technologie werkt, zodat je je bewust bent van de beperkingen. Zie ook mijn blogpost over het AI-fluency framework en mijn vergelijking van meerdere raamwerken op dit terrein.
- Aandacht voor ethische dimensies en waarden. De discussie verschuift, zoals gezegd, van technologische vibes naar values. Er is een sterke roep om transparantie en het expliciet bespreken van de waarden die men belangrijk vindt, zoals autonomie, waardigheid en duurzaamheid. Dit vraagt om bewuste keuzes en actieve regie. Daarbij valt mij op dat het Nederlandse onderwijs vooroploopt in de discussie over publieke waarden.
- Gaat AI ten koste van leren? Een veelgehoorde angst is dat AI het gemak te aantrekkelijk maakt om stappen over te slaan, wat kan leiden tot afhankelijkheid en verminderd kritisch denken. Leidt het gebruik van AI tot ongewenste vormen van cognitive offloading en is sprake van ‘ghost learning‘: het fenomeen, waarbij men denkt iets te beheersen zonder dat het werkelijk zo is. Wordt ‘ghost learning’ door generatieve AI versterkt?
- Om kritisch denken te stimuleren, wordt aangeraden dat lerenden eerst eigen gedachten formuleren en daarna pas de dialoog met AI aangaan. Docenten kunnen agents ontwikkelen die juist vragen stellen (programmeerbare Socratische coach) in plaats van antwoorden geven. Docenten zouden prompts en agents moeten ontwikkelen die lerenden kunnen gebruiken voor hun eigen leren. Tijdens het Online Educa debat waren er zorgen over dat het tegemoet komen aan een zogenaamde kortere aandachtsspanne zou leiden tot devaluatie van kennisontwikkeling. Er werd echter onder meer ook benadrukt dat kortere leereenheden niet persé impliceren dat we ook minder hoeven te leren. Bovendien kunnen we best onze aandacht lang vasthouden bij iets, mits we minder worden afgeleid en de inhoud betekenisvol is.
- Het belang van experiment en cultuur: Top-down beleid leidt niet tot eigenaarschap; instellingen moeten initiatieven en experimenten orkestreren. Dit vereist leiderschap dat experimenteren mogelijk maakt en een open cultuur creëert waarin het gebruik van AI bespreekbaar is (om de druk van de “secret cyborg” tegen te gaan).
- Zorgen over datagebruik en tech-oligopolies: Er bestaat bezorgdheid over wat er met gebruikersdata gebeurt en hoe afhankelijk we zijn van enkele grote techbedrijven. Tijdens de afsluitende sessie leidde dit tot de suggestie dat wereldwijde leerplatforms een publieke of coöperatieve inrichting nodig hebben, om te voorkomen dat winstprikkels de inhoud sturen.
- Leiderschap als strategische hefboom. Leiderschap werd herhaaldelijk genoemd als van groot belang voor succesvolle implementatie. leiderschap moet overigens vooral uit acties blijken, en niet uit woorden. L&D moet daarbij verschuiven van een uitvoerende, ondersteunende functie naar een strategische partner die de bedrijfsstrategie spiegelt en monitor. Bij succes implementaties blijken ook duidelijke doelgrichtheid en het professionaliseren en ondersteunen van gebruikers van groot belang.
- Het is belangrijk om angst en onzekerheid bespreekbaar te maken en te blijven zoeken naar handelinmgsperspectieven. Technologische vernieuwing zoals AI gaat gepaard met FUDD (Fear, Uncertainty, Doubt and Disinformation). Het is waardevol om angsten (zoals verlies van autonomie, de Puppeteer, of bias, de Cursed Mirror) niet weg te wuiven, maar te ontleden om meer handelingsperspectief te creëren. Bert de Coutere gaf ons daarvoor enkele handige instrumenten.
- Focus op co-intelligentie en empowerment: De toekomstige uitdaging ligt in het combineren van menselijke intelligentie en AI tot co-intelligentie. L&D moet het narratief veranderen van polycrisis naar polypotentials door ruimte te creëren voor zingeving, autonomie en samen leren.
Korte impressie beurs
Ik heb tijdens de OEB ook een (te) kort bezoek gebracht aan de beurs. Een aantal zakken viel me op:
- Je ziet op de beurs specifieke AI-toepassingen, maar ook toepassingen die AI-technologie inbedden binnen hun producten (bijvoorbeeld voor het kunnen beantwoorden van vragen van gebruikers over leerstof).
- Meerdere bedrijven claimen te kunnen detecteren of teksten door AI zijn gegenereerd. Ik ken tot nu toe alleen maar onderzoek dat laat zien dat dit niet mogelijk is zonder onacceptabel veel ‘false positives’.
- Blackboard was er weer, ook als sponsor. Zijn zij bezig aan een come back? Moodle had samen met partners een hele grote stand. De aanbieders van Canvas, BrightSpace, Open LMS en iSpring LMS ontbraken niet. Ik blijf het opvallend vinden dat aanbieders van LMS’en voor arbeidsorganisaties zoals Docebo en CornerstoneOnDemand wel afwezig zijn.
- De aanwezigheid van Nederlandse bedrijven viel me op. De aanwezigheid van Instructure’s implementatiepartner Drieam is geen verrassing. Zij komen hier al jaren. Dat geldt ook voor WebClip2Go en Streaming Valley die een aantal sessies live streamen. Ik ben wel onder de indruk van hun nieuwe product Vurbo.ai (via een partnerschap). Hiermee kun je live streaming sessies direct vertalen, terwijl er ook een transcriptie van kan worden gemaakt (en later een samenvatting). Bij deze oplossing horen ook handige apparaten die je kunt aansluiten op je smartphone.
- De van oorsprong Nederlandse bedrijven ANS , ExamurAI en Paragin waren er volgens mij voor de eerste keer. Dat geldt ook voor het Belgische Wooclap.
Zijn mijn verwachtingen uitgekomen?
Uiteraard heb ik maar een deel van de OEB kunnen volgen. Op basis hiervan wil ik kijken of deze editie aan mijn verwachtingen heeft voldaan.
Mijn eerste -en niet heel opzienbarende- verwachting was dat het thema van de OEB25 uitgebreid aan bod zou komen. Deze editie heeft, zoals je hierboven kunt lezen, ruimschoots aan deze verwachting voldaan. Toch is dat niet vanzelfsprekend. Ik heb in mijn leven regelmatig aan conferenties of sessies deelgenomen waarbij de vlag de lading niet dekt. Bij deze editie van de OEB was dat absoluut niet het geval.
Mijn tweede verwachting was dat de inhoud van de OEB 2025 over veel meer vraagstukken zouden gaan dat digitale technologie en didactiek. De OEB25 richtte zich expliciet op de strategische, ethische en didactische complexiteit van AI, ver buiten de basale toepassing van tools. Dat blijkt ook nadrukkelijk uit de diverse verslagen en bovenstaande rode draad.
Aan mijn derde verwachting -de OEB als combinatie van vergezichten die de bestaande praktijken van onderwijs en L&D bekritiseren en praktische sessies- is ook voldaan. In de sessie die ik heb bijgewoond lag de focus minder op systeemkritiek maar wel op kritiek waarop we AI gebruiken. Er werd inderdaad kritiek geuit op de waarden van ‘EdTech’, terwijl EdTech deze conferentie wel mogelijk maakt. Deze kritiek is wat mij betreft niet altijd terecht. We moeten EdTech-bedrijven niet vereenzelvigen met Big Tech-bedrijven. Dat geldt m.i. ook voor commerciële EdTech-bedrijven. Ook wat dat betreft hebben we niet te maken met een zwart-witte werkelijkheid.
Mijn vierde verwachting was dat de OEB 2025 diverse formats zou kennen. Ook deze verwachting is uitgekomen. Korte presentaties, dialogen, gesprekken, actieve werkvormen. Ik heb heel diverse sessies meegemaakt. Geen enkele sessie is mij tegengevallen, hoewel sommige sprekers er duidelijk uitsprongen in vergelijking met anderen. Ik was onder meer erg te spreken over Maja Göpel, Anja Schmitz en Bert de Coutere.
Bij het Online Educa debat verwachtte ik dat aangegeven zal worden dat het niet bewezen is dat onze aandachtsspanne korter is geworden, maar dat we wel sneller afgeleid worden. Ik vermoedde dat ook betoogd worden dat we moeten investeren in leren, opleiden en onderwijs die zorgen voor meer betrokkenheid en verbondenheid. Deze verwachting is eigenlijk ook uitgekomen. Voorstanders betoogden dat toegenomen scrollen en gefragmenteerde aandacht diep leren aantoonbaar ondermijnen. De tegenstanders nuanceerden dat kortere formats niet automatisch oppervlakkig zijn en juist meer voorbereiding vereisen. Zij beargumenteerden dat onderwijs zich moet aanpassen aan diverse leerbehoeften middels slimme didactische keuzes. Dit onderstreepte de noodzaak voor betrokkenheid en een balans tussen aandacht, motivatie en didactiek onderstreepte.
Mijn zesde verwachting was dat ik op de beurs leveranciers zou zien die AI-technologie hebben verweven in hun producten. Die verwachting is ook uitgekomen, zoals je hierboven kunt lezen.
Mijn laatste verwachting was dat de Nederlandse delegatie niet de grootste delegatie zou zijn, maar op plek vier zou eindigen. Denemarken zou, verwachtte ik, de grootste delegatie hebben. Dit laatste klopt inderdaad. Nederland is echter op plaats twee geëindigd, voor onder meer Duitsland.
Dynamiek en balans
De dynamiek en inspiratie van deze conferentie vallen lastig te vatten in geschreven tekst. Deelnemers uit verschillende landen en culturen brengen uiteenlopende perspectieven mee. Dat blijkt uit de gesprekken die je tijdens en tussen sessies door hebt. Het programma is intensief (vooral op de donderdag), maar de pauzes zijn ruim. Je hebt best veel gelegenheid om elkaar te ontmoeten. Ook voor mensen die voor het eerst deelnamen, bleek juist dit aspect een van de aantrekkelijke elementen (merkte ik in gesprekken). Het ‘dertig onder dertig’ programma draagt ook bij aan deze dynamiek. De organisatie stelt dertig vakgenoten onder de dertig jaar in staat gratis deel te nemen aan de OEB. Zij worden actief betrokken bij de conferentie. Dat leidt ook tot andere perspectieven dan als je vooral 50-plussers aan het woord laat.
Het viel me ook op dat meerdere deelnemers tools bij zich hadden, zoals Plaud.ai,waarmee je opnames kon maken en vervolgens samenvattingen. Ik had zelf binnen ChatGPT een GPT gemaakt met instructies om op basis van mijn aantekeningen een blogpost te schrijven. De output hoefde ik maar te checken en wat aan te passen. Ik heb deze blogpost geschreven met behulp van Notebook LM van Google. Ik heb mijn verslagen geanalyseerd en de verslagen vergeleken met mijn verwachtingen. Daarnaast heb ik Claude gebruikt om teksten te herschrijven. Deze aanpak is mij goed bevallen.
Een deelnemer uit Zuid-Afrika merkte op dat Europa zich sterk richt op regulering en risico’s, maar te weinig experimenteert. Hoewel deze indruk begrijpelijk is op basis van verschillende presentaties, lijkt deze conclusie te kort door de bocht. De deelnemer erkende wel het belang van aandacht voor risico’s en de noodzaak van regelgeving. Verschillende gesprekken gingen over de zorgen rond de invloed van Big Tech en het verschijnsel ‘surveillance capitalism‘. De kritische houding ten aanzien van ontwikkelingen op het gebied van digitalisering vind ik bijvoorbeeld erg belangrijk. In gesprekken valt de term ‘balans’ bijvoorbeeld vaak: een balans tussen online en fysiek, tussen wereken met en zonder AI, enzovoorts.
Nederlandstalige deelnemers gaven ook aan mijn blogposts te hebben gebruikt ter voorbereiding op de OEB, of dat deze hadden bijgedragen aan hun besluit om deel te nemen. Leuk om te horen.
Volgend jaar vindt de OEB plaats van 2-4 december 2026. Ik verwacht er weer bij te zijn. De OEB blijft voor mij een bron van inspiratie waaraan ik me graag jaarlijks laaf in één van mijn favoriete steden.