Opening Online Educa Berlijn: de menselijke kant van het intelligente tijdperk: empathie, verantwoordelijkheid en zorgplicht #oeb25
Vandaag is editie 2025 van de Online Educa in Berlijn van start gegaan. Tijdens de opening werd pijnlijk duidelijk hoe verwarrend en veelbelovend de AI-toekomst tegelijk voelt. Drie sprekers verkenden op een kritische manier wat het betekent om mens te blijven in een leeromgeving en werelddie snel digitaliseert.
Het thema dit jaar is: Humanity in the Intelligent Age: Empathy, Responsibility, and the Duty of Care.
Er zijn dit jaar zo’n 2000 deelnemers uit 64 landen. Dat waren ooit meer dan 70 landen. Ondanks bezuinigingen in het onderwijs en Sinterklaas heeft Nederland, na Denemarken, de grootste delegatie. Net als verleden jaar, is er ook dit jaar het ‘dertig onder dertig’ programma. Dertig vakgenoten onder de dertig jaar nemen gratis deel aan de OEB. Tijdens de Learning Battle van gisteravond stonden diverse deelnemers van deze groep op het podium. De jongste was 21 jaar. Een mooi en slim initiatief om jongere vakgenoten bij de OEB te betrekken.
De 31ste editie werd geopend door voorzitter Don Taylor en drie sprekers.
De sessie begon speels: welk woord komt bij je op als je denkt aan leren in 2026? De oogst varieerde van eigenaarschap tot inclusive en natuurlijk AI. Zelfs Jaapjan Die diversiteit vormde de opmaat voor een inhoudelijk stevige verkenning van drie internationale experts. Zij onderzochten hoe AI onze identiteit, onze waarden en onze handelingsruimte beïnvloedt – en wat dit vraagt van leren en opleiden.
Andrew Maynard, hoogleraar aan de School for Future of Innovation in Society (Arizona State University), beet het spits af. Zijn persoonlijke opening – dazed and confused – zette meteen de toon: we leven in een tijd die tegelijk opwindend en ontwrichtend is. AI, zo stelde hij, dwingt ons opnieuw te definiëren wat het betekent om mens te zijn. Die herdefinitie is geen helder proces; ze voelt verwarrend omdat AI zowel verleidt als misleidt.
Maynard formuleerde drie prikkelende provocations.
De eerste: is AI een cognitief Trojaans paard? Het gemak van AI maakt het aantrekkelijk om stappen over te slaan. Maar wat betekent dat voor denken en begrip? Kunnen we te afhankelijk worden van een systeem dat wij zelf niet volledig doorgronden?
Zijn tweede punt: verandert AI wie we zijn? Volgens Maynard is AI geen neutraal gereedschap, maar een spiegel die onze aannames en voorkeuren terugkaatst. Die spiegel beïnvloedt vervolgens hoe we denken, leren en geloven. AI blijft daarmee niet buiten ons, maar nestelt zich in onze cognitieve routines.
De derde provocatie: we moeten slimmer worden in hoe we AI gebruiken. AI is geen nieuwe rekenmachine; het dringt dieper door in ons cognitief functioneren. Willen we er voordeel van hebben, dan vraagt dat bewuste keuzes en inzicht in mogelijke risico’s.

Om deelnemers te helpen reflecteren presenteerde Maynard een raamwerk met twee assen: business as usual versus AI enhanced. De kernvraag: wat werkt goed zonder AI, wat kan beter mét AI en – minstens zo belangrijk – wat kan er misgaan? Hij wees op concrete voorbeelden, zoals inzet van chatbots in de geestelijke gezondheidszorg en het risico van cognitieve ‘offloading’. Niet alles blijkt zo mooi als aanvankelijk gedacht. Daarom pleitte hij voor het creëren van ‘positieve fricties’: situaties waarin je niet kiest voor gemak, maar voor leerzame weerstand.
Daarna nam Neil Selwyn (Monash University) het stokje over. Hij zette de discussie meteen op scherp: digitale oplossingen maken dingen vaak níet beter. Hij verwees naar Cory Doctorows begrip enshitification, waarmee platforms langzaam aftakelen onder commerciële druk. Ook wees hij op de ecologische kosten van digitalisering.
Selwyns centrale boodschap: we moeten bewegen van vibes naar values. EdTech wordt volgens hem sterk gedreven door hype, optimisme en beloften. De vroege fase van generatieve AI is daarvan een schoolvoorbeeld. Inmiddels groeit de zorg over standaardisering van onderwijs en over de vraag of technologie wel in het publieke belang werkt. Zonder duidelijke principes blijven we hangen in wat hij magical thinking noemt: het geloof dat technologie vanzelf het goede zal brengen.
Hij riep op om EdTech te zien als een collectieve zorg. Technologie is nooit waardenvrij, en dus moeten we expliciet zijn over de waarden die we belangrijk vinden: autonomie, acceptabele risico’s, menselijke waardigheid en duurzaamheid. Voor Selwyn ligt de opgave in het ontwikkelen van public interest ed-tech: toegankelijk, mensgericht en planeet-vriendelijk. Beter onderwijs door technologie vraagt, aldus Selwyn, “hard werken – geen slogans”.
De derde bijdrage kwam van Maja Göpel, politiek econoom en transformatie-expert. Zij richtte zich op agency: hoe behouden we handelingsruimte in een wereld waarin AI steeds meer dingen voor ons bepaalt? We moeten, stelde ze, zélf richting geven aan de manier waarop we AI inzetten. Dat vraagt bewustzijn van risico’s én het koesteren van menselijke samenwerking.
Göpel pleitte voor transformability: het vermogen om nieuwe startpunten te ontwikkelen, oud gedrag af te leren en opnieuw te leren. Dit is volgens haar essentieel voor toekomstig welzijn. Ze waarschuwde voor ontwikkelingen waarin desinformatie en commerciële belangen het technologische landschap vervormen. De training van systemen op onwaarheden, zoals ze bij Grok aanhaalde, toont hoe snel waarden kunnen eroderen. Daarnaast wees Göpel op sociale media als bron van stress en isolatie.
De uitdaging is om onbewust bekwaam te worden: technologie zo integreren dat zij versterkt wat menselijk is, in plaats van dat zij ons ondermijnt. Om de huidige “spiraal van powerlessness” te doorbreken, is leiderschap nodig dat uitgaat van menselijke waardigheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. We hebben een spiraal van empowerment nodig. “We can do better,” besloot ze. “Laat ons kiezen voor humane and humanity.”
De drie sprekers deelden een klare boodschap: AI vraagt niet alleen nieuwe vaardigheden, maar ook nieuwe vormen van bewustzijn en verantwoordelijkheid. Voor onderwijs en L&D betekent dat werken met technologie én aan menselijkheid. Ook door vooral gebruik te maken van lokale en open source, technologie. Belangrijk is om vanuit waarden invloed uit te oefenen op ontwerp en ontwikkeling van (educatieve) technologie. Door waarden expliciet te maken, fricties te benutten en lerenden echte agency te geven, kunnen we richting geven aan een leeromgeving en samenleving waarin technologie ondersteunt, maar niet stuurt. Vraag je af wat je nodig hebt, en staar je niet blind op de grootste tools.
Voor het eerst worden sessies trouwens niet alleen live gestreamd, maar ook live voorzien van vertalingen en transcripties. Via https://vurbo.ai/