Onderwijsrobot en iPhone app stellen autisme vast
Onderzoekers van het Duke Medical Center in Amerika hebben de afgelopen maanden onderzocht hoe autisme bij kinderen kan worden vastgesteld. Normaal worden er bij dit soort onderzoeken de resultaten vrijgegeven en gedeeld met andere onderzoekers. Maar wat Ricky Bloomfield (het brein achter het project) anders heeft gedaan, is het gehele onderzoek vertalen naar een werkende iPhone app die helpt bij het vaststellen van autisme bij jonge kinderen.
Hoe werkt een dergelijke app nou precies? En waarom zou je een app gebruiken als het FEC in Nederland al tijden een geavanceerde NAO-robot heeft die uitstekend werkt voor kinderen met autisme?
Autism & Beyond
De app is beschikbaar onder de naam Autism & Beyond en is bedoeld voor ouders met jonge kinderen die vast willen stellen of hun kind(eren) mogelijk autisme hebben.
Autism en Beyond werkt als een soort langdurige interactieve ‘selfie’ die de gezichtsuitdrukkingen van de gebruiker kan analyseren aan de hand van bolletjes die de bewegingen van de ogen, neus, mond en wenkbrauwen nauwkeurig volgen.
In de app worden filmpjes van 20 minuten afgespeeld waar kinderen naar kunnen kijken. Tijdens het afspelen neemt de camera van de iPhone het gezicht van de kijker op en analyseert direct zogenaamde ‘microreacties’ in de gelaatsuitdrukkingen die – volgens het onderzoek – aangeven of er potentieel risico is voor autisme.
Een lachend gezicht wordt gekenmerkt met groene bolletjes en een fronsend gezicht met rode bolletjes. Ouders die niet willen dat het gezicht van hun kinderen wordt opgeslagen, kunnen er voor kiezen om het oorspronkelijke beeld weg te laten en alleen de data van de bolletjes door te sturen naar bijvoorbeeld een dokter of kinderpsycholoog.
Het idee achter de app is dat ouders thuis of leraren op school al mee kunnen helpen om het proces van het diagnosticeren van autisme bij jonge kinderen makkelijker, sneller en efficiënter te maken.
De app is deels ontwikkeld door kinderpsycholoog Hellen Egger die ervoor heeft gezorgd dat de video’s die in de app worden afgespeeld vergelijkbare reacties teweeg brengen als die zij tijdens een normale sessie met een kind zou uitlokken door middel van een simpel gesprek.
En Charlie de onderwijsrobot dan?
Het Fontys Educatief Centrum (FEC) maakt geen gebruik van een app maar heeft al tijden een NAO-robot – genaamd Charlie – naar Nederland gehaald die helpt bij het aanleren van sociaal gedrag bij kinderen met autisme.
De robot van het Franse bedrijf Aldebaran Robotics is speciaal ontwikkeld om breed inzetbaar te zijn in verschillende vormen van educatie. Zo heeft Charlie namelijk soortgelijke gezichtsherkenning en analysesoftware zoals die in de Autism & Beyond app te vinden is. Het feit dat hij ook nog eens interactief is (lees: hij reageert op spraak en beweging) maakt Charlie ideaal inzetbaar bij kinderen met autisme of een leerachterstand.
Waar de app van Bloomfield zich vooral richt op het vroegtijdig opsporen van autisme, richt Charlie zich vooral op de educatieve kant van het verhaal en helpt kinderen bij wie autisme al in een vroeg stadium is vastgesteld met het aanleren van sociaal gedrag.
Het feit dat Charlie een interactieve robot is, die direct reageert op input van kinderen, maakt hem bijvoorbeeld in een klaslokaal uitstekend geschikt terwijl een app zoals Autism & Beyond (waar simpelweg video’s op worden afgespeeld) waarschijnlijk thuis door de kinderen kan worden bekeken.
Beide projecten richten zich op onderzoek naar het opsporen en behandelen van kinderen met autisme en kunnen in de nabije toekomst wellicht hand in hand worden gebruikt in Nederlandse onderwijsinstanties met ‘zorgleerlingen’.
‘Dat is nou de kracht van de smartphone!’
Wat bovendien bijzonder is aan het verhaal van Bloomfield en zijn onderzoek, is het feit dat Apple – het bedrijf achter de uiterst succesvolle iPhone reeks – het project actief ondersteunt door middel van haar ResearchKit, een platform ontwikkeld door Apple. Externe partijen kunnen daarmee apps en andere systemen lanceren, die compatible zijn met Apple-producten en die zich richten op gezondheid, educatie en onderzoek.
Zo verzamelt de HealtKit van Apple verschillende soorten data van gebruikers, variërend van fitness apps tot de Apple Watch en sinds kort ook de nieuwe iPhone 6s die naar eigen zeggen een ‘game changer’ is op het gebied van persoonlijke gezondheid vanwege de grote focus op health tracking in het toestel.
Zo is er een speciale chip ingebouwd die – los van de processor – data verzamelt over de beweging van de gebruiker van de iPhone en kan de geavanceerde camera van de iPhone 6s dus worden gebruikt voor applicaties als die van Bloomfield voor educatieve doeleinden of zelfs voor het doen van grootschalig onderzoek.
Volgens Bloomfield zijn er al meer dan 100.000 mensen die zich hebben aangemeld op de app, om zo mee te helpen met het onderzoek. ‘Normaal is het extreem moeilijk om 100.000 mensen mee te laten doen met een onderzoek,’ vertelt Bloomfield. ‘Zonder de HealtKit van Apple zou dit minstens een jaar duren en zou er contact opgenomen moeten worden met 50 medische centra van over de hele wereld. Dat is nou de kracht van de smartphone!’, aldus Alan Yeung – cardioloog aan Stanford University die meehelpt met het onderzoek.