Online Educa Berlin: DAG 1 van 2
Key notes
De conferentie werd geopend door prof. Joseph Anamuah-Mensah uit Ghana. Een veteraan met een indrukwekkende CV, die zich echter in zijn toespraak beperkte tot een opsomming van projecten.
De tweede keynote werd verzorgd door prof Sugata Mitra. Vroeger werkzaam bij NIIT, de Indiase e-learning gigant, tegenwoordig verbonden aan de Newcastle Universiteit in de UK. Hij kreeg meteen de handen op elkaar voor zijn project 'The Hole in the Wall'. Het gaat letterlijk over een gat in de muur tussen een slum en welgestelde woonwijk in India met een internetcomputer erin, die kinderen uit de slum kunnen gebruiken. Uitkomst van zijn onderzoek is dat multimedia en kinderen voor elkaar zijn gemaakt. Kinderen hebben weinig tot geen hulp nodig om een computer te leren gebruiken als ze in een groep opereren. Mitra concentreert zich nu op de ontwikkeling van 'zelf organiserende modellen' voor het primiaire onderwijs.
Vervolgens was Patricia Ceyens aan de beurt, de Vlaamse minister van Economie, Innovatie en Buitenlandse handel. Zij hield een aansprekend pleidooi voor de ontwikkeling van e-skills om de concurrentiekracht te vergroten en innovatie te bevorderen. “We moeten meer investeren in ons onderwijs” om niet achter te raken.
De serie key notes werd afgesloten door Andrew Keen, auteur van 'The Cult of the Amateur'. Zijn boek wordt opgehemeld en verguisd. Keen probeert aan te tonen dat internet een groot probleem is. Iedereen is gelijk op dit systeem en kan doen wat'íe wil en zo is Wikipedia ontstaan. Een encyclopedie vol met leugens, geschreven door amateurs, die nog het meest op apen lijken. Met andere woorden het intenet bedreigt onze cultuur, de kennis en wijsheid die we door de eeuwen hebben opgebouwd. Dat niet iedereen het eens is met Keen leidt geen twijfel. Donald Clark noemde hem tijdens zijn presentatie een idioot en Jay Cross wees op zijn voorhoofd en zei; 'The guy is nuts'.
Daarna werd het iets rustiger. Geen fulminerende sprekers, maar massa's voorzichtig fomulerende, vaak onzekere presentatoren, die lieten zien waar ze toe in staat zijn. Zeer divers, van wisselende kwaliteit of relevantie, maar voor elk wat wils.
Sessies
De sessies waren als vanouds. Veel mensen op zoek naar de juiste lokatie, die hopen een graantje mee te pikken, dat op de thuisbasis tot bloei zou kunnen komen. Dat lijkt een beetje op het zoeken naar een speld in de hooiberg. Toch is deze conferentie een uitstekende gelegenheid om je te laten inspireren. Twee dagen met niets anders bezig dan technologie en leren. Er moet iets blijven hangen.
Onderwerpen genoeg:
-
De toekomst van leren in het hoger onderwijs
-
E-learning in bedrijven
-
Social software
-
E-learning op de werkplek
-
Web 2.0 en Onderwijs 2.0
-
Klassikaal leren en ICT
-
Games en simulaties
-
Mobiel leren
-
Assessment en evaluatie
-
Best practices
-
Wiki's en blogs als leermiddel
-
Life long learning
-
Virtuele werelden
Nieuwe inzichten? Ja, een belangrijke constatering is dat met de opkomst van Web 2.0 het er niet makkelijker op wordt om als verantwoordelijke besluiten te kunnen nemen over de toekomst van ICT. Algemene stemming is dat een Blog in de vrije wereld tot grote bloei kan komen, maar hoe behaal je eenzelfde resultaat in de eigen organisatie, waar je het liefst niet alles aan het toeval over wilt laten.
Sessies over mobiel leren bleven een beetje steken in de constatering dat de technologie wel werkt, maar het nog niet duidelijk is wat het nut is als onderdeel van een leerproces. De use cases kwamen niet verder dan het op een slimme manier uitlezen van databases. Dat met de komst van betere verbindingen en beeldschermen de mogelijkheden toenemen, is duidelijk. Dat de gevestigde orde (Ericson, Cisco, Giunti, IBM) hoopt dat dit wat op gaat leveren is ook duidelijk.
No life in second life? Volgens het merendeel van mijn studenten zijn die virtuele werelden saai en gewoon niet aantrekkelijk genoeg. Ondanks aardige voorbeelden van toepassingen, blijft ook hier het gevoel dat er nog wat water door de Rijn moet voor deze werelden het niveau bereiken, waarop ook de Homo Zappiens in hun richting gaat klikken.
En dan kwaliteit. In voorgaande jaren en hot item, maar nu de meeste van deze Europese projecten zijn afgerond, blijft alleen nog EfQuel (the European Foundation for Quality in E-learning) over. Een Europees samenwerkingsverband, dat het onderwerp levend probeert te houden. Belangrijk gezien de plannen om ICT-gebruik op te nemen in het accreditatieprogramma. Dit betekent dat onderwijsinstellingen over niet al te lange tijd ook over ICT-gebruik aan de tand zullen worden gevoeld.
Opvallend is dat bedrijven zich weer op de conferentievloer wagen om hun verhaal te vertellen. Een tijd lang was er nauwelijks iets nieuws, maar nu zie je banken, overheden en bijvoorbeeld het Nederlands Kadaster, die hun e-learningervaringen op tafel leggen. Vaak overzichtelijk en verrassend to-the-point met duidelijke doelen en toekomstbeelden. De bedrijven hebben in ieder geval minder last van academisch geneuzel, dat bij onderwijsinstellingen vaak het zicht op de werkelijkheid ontneemt.
Dat social software een nieuw en vooral een veelzijdig onderwerp is, was goed te merken. Onder die naam vielen namelijk een veelheid van presentaties, die soms nauwelijks iets met het onderwerp te maken leken te hebben.
Gelukkig was daar Paul Westereng van Andriessen en Partners, die vertelde over het gebruik van een wiki bij een financiele dienstverlener. Medewerkers, vooral experts, waren wel bereid om kennis te produceren, maar de bruikbaarheid van de techniek en de inhoud bleken in de praktijk tegen te vallen. Nadat een aantal knelpunten was gerepareerd, nam het gebruik weer toe.
Ook Deloitte gebruikt social software, maar daar ging het verhaal van Nick van Dam niet over. Als altijd een enthousiast spreker zette Nick in korte tijd een compleet beeld neer van de leeromgeving, die Deloitte sinds de start in 1999 met vallen en opstaan heeft ontwikkeld. Met van alles wat: van page turn e-learning tot performance support systemen, communities of practice, podcasts en een social network als Facebook (Deloitte street). Belangrijk element in zijn speech blijft het e-learning4kids project: gratis e-learning voor alle kinderen, die weining of niets hebben.
Werd Online Educa Berlin enkele jaren geleden nog druk bevolkt door Amerikanen, dit lijkt nu definitief voorbij. Hun plek is ingenomen door Oost-Europeanen, Afrikanen, Aziaten en Nederlanders, want die wij vormen met 264 man de grootse buitenlandse vertegenwoordiging.