Columns

Een overzicht van columns geschreven door de redactie en medewerkers van aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van de Redactie | 16-09-2008 | Article Rating | (4) reacties

Google maakt dom

Als we Mark Bauerlein moeten geloven, dan zijn de mensen van 30 jaar en jonger niet meer te vertrouwen. De reden is dat ze het merendeel van hun tijd doorbrengen voor het scherm en zich vergapen aan Facebook en MySpace in plaats van eens een echt boek te lezen. Bauerlein vindt dat de jeugd van tegenwoordig niets meer weet. Volgens zijn zeggen: de domste generatie ooit. Dat was voor hem een reden om een boek te schrijven onder de niet mis te verstane titel: 'The Dumbest Generation: How the Digital Age Stupefies Young Americans; and Threatens Our Future'.

Het idee was toch dat de Net-generation de babyboomers rechts en links in zouden halen vanwege hun aangeboren computerkennis en kunde. Volgens Bauerlein leveren de oneindige sessies met het heen en weer sturen van cut & paste teksten, foto's en muziek, gelardeerd met de nodige aandacht van 'netgenoten', slechts intellectueel gehandicapten op die een bedreiging vormen voor het voortbestaan van de samenleving. Het gaat immers in de Verenigde Staten om niet minder dan 50 miljoen mensen.

Maakt Google ons nou echt dom of niet? Bauerlein is niet de enige die zich zorgen maakt. Andrew Keen kwam eind vorig jaar met het boek 'The Cult of the Amateur', waarin hij nogal tekeergaat tegen de verafgoding van de mogelijkheden van het internet. Als voorbeeld neemt hij Wikipedia. Een regelrechte ramp, waar de amateur koning is en zich schrijver waant omdat hij door anderen wordt gelezen. Volgens Keen is hier sprake van digitaal Darwinisme: the survival of the loudest!

Dat Google je helpt om dingen te vinden met de snelheid van het licht, heeft een verslavende werking. Waarom zou je nog een boek openslaan als je in 2 tellen het antwoord hebt op je vraag. Het kan namelijk gebeuren dat je in Google zoiets zoekt als 'Martin Luther King'. De site martinlutherking.org leid je naar andere bronnen en in 2 tellen zit je op de site van blanke fascisten, die je een ander verhaal vertellen. Het Googele werkt bij de gratie van het feit dat er niet meer diepte is dan de dikte van een pannenkoek. Oppervlakkigheid dus, dat nog eens wordt versterkt door het feit dat het zo lekker zapt, zodat je tenminste het gevoel hebt van alles op de hoogte te blijven.

We weten van Marshal McLuhan dat media geen passieve transportkanalen zijn van informatie. De mogelijkheden van TV bepalen hoe de boodschap eruit komt te zien en bepaalt ook het denkproces dat daarmee verbonden is. De uitwerking die internet heeft, is dat het concentratievermogen afneemt en men meer moeite moet doen om dieper na te denken. Dat was de conclusie van Gideon Haigh in 2006 met zijn stuk: 'How Google is making us stupid'. Nicholas Carr doet dit in de zomer van 2008 nog eens dunnetjes over als hij in The Atlantic zijn verhaal schrijft met de titel: 'Is Google making us stoopid?'. Zijn conclusie: Google maakt me niet dom, maar verandert de manier waarop ik met informatie om ga. Daardoor neemt mijn concentratievermogen af en heb ik meer moeite met het lezen van een boek of het schrijven van teksten langer dan een gemiddelde e-mail. Is dat erg? Niet altijd, maar in sommige gevallen levensgevaarlijk.

Pieter de Vries


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Wilfred Rubens
Van Wilfred Rubens | 16-09-2008
In "Alle slechte dingen zijn goed voor je" beschrijft Wired-redacteur Steven Johnson dat games, hedendaagse TV-series, web 2.0 en andere media ons niet dommer, maar juist slimmer maken. Hij onderbouwt dat onze cultuur intellectueel veeleisender wordt, in plaats van eenvoudiger. Zie: http://wilfredrubens.typepad.com/wilfred_rubens_weblog/2008/01/leve-de-populai.html
Joop van Schie
Van Joop van Schie | 01-10-2008
Het valt achteraf slecht te beoordelen of iets uit een vroegere tijd mooier of lelijker, dikker of dunner, groter of kleiner, armer of rijker, lekkerder of viezer, enz. was. Dat kan alleen als je absolute maten hebt en het referentiekader vast ligt. Zelfs bij lang en kort is dat nog lastig helder te krijgen. Dat iemand 170 is in 1950 wordt niet als klein beschouwd als de gemiddelde lengte er onder ligt. In 2008 wel, omdat we gemiddeld langer zijn. Bij dommer of slimmer ligt dit nog veel ingewikkeldeer. Immers: wat is slimmigheid in 2008, of dom? Uit de recensie van de Vries blijken geen 'feiten', slechts oordelen. Het lijkt erop dat Bauerlein en de Vries de Arnhemse meisjes van voor de oorlog echt lekkerder vonden dan de huidige! Ik zou graag weten welke vaardigheden de huidige en komende generaties nodig heeft zich te ontwikkelen tot een volwaardig lid van zijn of haar samenleving, en dat kon per werelddeel en per land, misschien zelfs per regio wel eens verschillen. Joop
Fons van Rooijen
Van Fons van Rooijen | 01-10-2008
Pieter goed stuk, laat je weer even nadenken, maar... Vroeger las een beperkt gezelschap boeken. Vroeger was er nauwelijks of geen informatie; als 'iedereen' oppervlakkige info heeft; dat is winst. Met de redenaties van die mannen was iedereen vroeger zo dom als... Net als vroeger zoekt iedereen naar de dingen die bij de personen passen. Veel oppervlakkigheid maar ook parels van informatie voor degenen die verder/anders kijken (net als vroeger). Dat neemt niet weg dat er misschien wel iets in het verhaal van Carr zit. Het verandert de manier waarop je met info omgaat.
Pieter de Vries
Van Pieter de Vries | 16-10-2008
Dank voor die leuke reacties, die voorbij gaan aan het feit, dat ondergetekende geen positie kiest. Ik wilde weer eens wat anders laten horen dan de aanname dat al het nieuwe ons slimmer maakt. En, lees Carr zijn artikel eens in de The Atlantic. Hij gaat nog verder terug dan die Arnhemse meisjes.
Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

Website

Meest gelezen columns

09-10

Retentie en AI

Door: Let’s Learn!