Columns

Een overzicht van columns geschreven door de redactie en medewerkers van aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van de Redactie | 29-08-2005 | Article Rating | (0) reacties

Over kenniseconomie gesproken...

Prinsjesdag. Velen proberen in te schatten wat voor hen de positieve kanten zullen zijn. En om het het electoraat zoet te houden, ruilen de ministers het zuur van de afgelopen jaren in voor een klein beetje zoet. De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan nietwaar? Het toverwoord is koopkracht. En dan maar hopen dat de koopwil volgt.
Een initiatief van minister Hoogervorst kreeg in de kranten slechts kort aandacht: 130 miljoen voor het toponderzoeksinstituut waarin farmaceutische bedrijven en universiteiten gaan samenwerken. Daar hebben wij blijkbaar een mening over, gezien de online discussies hierover. Kenniseconomie is daarin het toverwoord, een woord dat ook vaak in verband met e-learning wordt gebruikt, meestal als vanzelfsprekende legitimering (lees: verkoopargument). Wat een onzin…..

Het kortetermijndenken van de politici lijkt te zijn ingegeven door lijfsbehoud. Zo kan het dus zijn dat een VVD-minister van Volksgezondheid de meevallers van het aardgas min of meer per ongeluk investeert in de kenniseconomie (een D66-thema dat door de CDA-premier getrokken wordt). En dat terwijl investeren in kenniseconomie een zaak van veel langer dan vier jaar is. Het is dan ook niet voor niets dat Europa zich er mee bemoeit, getuige de Lissabon doelstellingen.

De precieze definitie van het woord kennis daargelaten (daar zijn vele boeken over geschreven en nog steeds zijn we het niet eens..) vind ik de definitie die in de wikipedia (kenniseconomie) staat wel aardig. In abstracte termen gaat het er om dat bedrijven meer gaan investeren dan de overheid in kennisontwikkeling en kennisverspreiding, met als doel duurzame werkgelegenheid te realiseren. Dit streven is gebaseerd op de wens om blijvend te kunnen concurreren, bijvoorbeeld met de enorme lage lonen economieën zoals de Chinese, Indiase en wellicht op termijn ook de Zuid-Amerikaanse en de Afrikaanse.

Uiteindelijk zijn het natuurlijk de bedrijven en de mensen die er werken die voor een concurrerende economische zorgen. De discussie over kenniseconomie gaat uit van de gedachte dat op de langere termijn werkgelegenheid op Nederlandse bodem komt en blijft door slimmer in te zetten op de factor kennis in de bedrijven. Dat kan bijvoorbeeld door meer patenten te scoren (uniek gebruiksrecht van kennis), zoals voorheen op "de pil". Dat kan door blijvend te innoveren op technische producten in bijvoorbeeld de medische technologie. Het bedrijfsleven en het kabinet zetten blijkbaar zwaar in op kennis als innovatie factor. Dat heeft vooral te maken met onderzoek en ontwikkeling en kenniscreatie. Maar dat heeft niet een geweldig directe relatie met de manier waarop kennistransfer, opleiden en e-learning vorm krijgen.

Wat te doen met kennis als productiefactor? Het betreft hier het leren door alle mensen - en niet alleen de hoog opgeleide mensen - opdat zij hun werk beter of sneller kunnen doen. Dit met als doel de productie- en serviceprocessen efficiënter te laten verlopen en dus vooral om kosten te besparen. Dat blijkt voor bedrijven nog steeds interessant, vooral in slechte tijden. Niettemin is het zo dat veel bedrijven als eerste besparen op opleidings- en ICT-budgetten (beide besparingen zijn slecht nieuws voor e-learning). In de 'oude economie' is kennis als productiefactor blijkbaar een sluitpost op de begroting.

We verliezen de concurrentieslag met de Chinezen en Indiers. En dat is niet omdat we te dom zijn, maar omdat we te duur zijn. Call-centers van Amerikaanse bedrijven bevinden zich steeds vaker in New Delhi of Bombay. Geen enkel probleem, de Indiers krijgen gewoon les in het spreken met een Amerikaans accent. Hele productiehallen van Philips worden verplaatst naar lagelonenlanden. Die slag gaan we niet winnen. Neen, voor duurzame werkgelegenheid in de regio is concurreren met kennis als innovatiefactor vele malen kansrijker dan met kennis als productiefactor.
Dus wees voorzichtig met het woord kenniseconomie, zeker als het gaat om e-learning te verkopen. Het woord kenniseconomie is eerder gerelateerd aan onderzoek en ontwikkeling dan aan opleiden en leren . Als je e-learning wilt inzetten om de Nederlandse kenniseconomie te versterken dan 1) moet e-learning breder worden gedefinieerd dan alleen als e-trainen en e-opleiden. 2) moet e-learning zorgen dat het onderzoek naar, en ontwikkeling van producten en diensten beter wordt ondersteund. 3) moet management ervoor zorgen dat die ondersteuning ten goede komt aan de regionale ontwikkeling van de werkgelegenheid.

e-Learning kan lonen als het de productie processen verbetert, maar e-learning loont het meest als het bedrijven en medewerkers innovatiever, zeg maar 'slimmer' maakt.

Erik Huisman
Senior consultant / onderzoeker corporate e-learning aan de TU Delft
e.j.huisman@tbm.tudelft.nl


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

Website

Meest gelezen columns

09-10

Retentie en AI

Door: Let’s Learn!