Bloggers

Een overzicht van blogs geschreven door aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van Wilfred Rubens (redactie) | 06-02-2025 | Article Rating | (0) reacties

Wisselende bekwaamheden en affiniteit op het gebied van digitale technologie: hoe mee om te gaan?

Anno 2025 hebben we er nog steeds mee te maken: docenten en lerenden met weinig kennis, vaardigheden en affiniteit met technologie. In ‘Not All Learners Love Tech: 4 Ways to Create More Inclusive eLearning’ bespreekt Katie Belle Nelson vier manieren om ’technology enhanced learning’ toegankelijker te maken voor deze groep lerenden.

Moeite met digitale technologieOndanks dat technologie alomtegenwoordig is, en internettechnologie al meer dan een kwart eeuw is doorgedrongen in alle maatschappelijke sectoren, zijn er nog steeds mensen die weinig kennis, vaardigheden en affiniteit hebben op het gebied van digitale technologie. Zij weten het gebruik van digitale technologie te vermijden of te omzeilen, bijvoorbeeld door de hulp van anderen. Katie Belle Nelson haalt ook het voorbeeld aan van vorkheftruckchauffeurs en bouwvakkers, die voornamelijk praktisch werk doen, en op de werkvloer weinig in aanraking komen met nieuwe technologie. Daar komt m.i. bij dat een gebrek aan bekwaamheden of affiniteit ook contextgebonden kan zijn. Denk aan een lerende die actief is op social media, maar die een grote voorkeur heeft om tijdens fysieke bijeenkomsten te leren.

Nelson signaleert dat docenten vaak ten onrechte aannemen dat vooral oudere lerenden moeite hebben met technologie. De praktijk laat een gevarieerder beeld zien. Ook ouders die na ouderschapsverlof terugkeren op de werkvloer, kunnen zich overweldigd voelen door de snelle technologische ontwikkelingen. Daarnaast zijn er lerenden die door financiële beperkingen of gebrek aan infrastructuur niet met computers zijn opgegroeid, en mensen voor wie het gebruik van computers of tablets lastig is vanwege bepaalde beperkingen.

Om ’technology enhanced learning’ voor deze groepen toegankelijker te maken, stelt Nelson vier richtlijnen voor. Ten eerste is het belangrijk om consistent te zijn in de vormgeving en navigatie van cursussen en andere leeractiviteiten. Als knoppen en iconen steeds op dezelfde manier werken, raken lerenden minder snel gefrustreerd. Ten tweede moeten docenten en opleiders aan het begin van elke online leeractiviteit duidelijke navigatie-instructies geven. Hierin leggen ze uit hoe lerenden kunnen navigeren en wat de verschillende iconen betekenen.

De derde richtlijn betreft het gebruik van verhalen. Nelson stelt dat een goed verhaal lerenden meer aanspreekt dan interactieve elementen. Door een verhalende structuur te gebruiken en te laten zien hoe lerenden de informatie kunnen toepassen, blijven ze beter betrokken bij de inhoud. De laatste richtlijn gaat over het gebruik van eenvoudige taal. Dit betekent niet dat de inhoud wordt versimpeld, maar dat deze toegankelijker wordt gemaakt door een meer conversationele toon te gebruiken en complexe begrippen helder uit te leggen.

Deze aanpak vergt volgens haar geen extra hulpmiddelen of budget, maar wel tijd om te implementeren. Nelson adviseert om klein te beginnen en de richtlijnen stap voor stap in te voeren. Ondertussen kunnen docenten zich volgens Nelson blijven verdiepen in nieuwe trends en technieken, om deze uiteindelijk ook toegankelijk te maken voor alle lerenden.

Mijn opmerkingen

Het is terecht dat Nelson wijst op een doelgroep die weinig bekwaam is op het gebied van digitale technologie. De richtlijnen zijn verder ook zinvol. Wel vind ik ze nogal selectief. De richtlijnen van Nelson richten zich vooral op het verminderen van cognitieve belasting en het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid. De titel van haar bijdrage gaat m.i. ook over ‘affiniteit’ met digitale technologie. De richtlijnen gaan echter voorbij aan de behoefte aan basisvaardigheden en zelfvertrouwen in het gebruik van digitale technologie. Een gebrek aan affiniteit kan voortvloeien uit onzekerheid, negatieve ervaringen of negatieve percepties van ’technology enhanced learning’. Een mogelijke aanpak heeft dan te maken met het creëren van een veilige leeromgeving waar betrokkenen kunnen experimenteren en succeservaringen kunnen opdoen. Organiseer bijvoorbeeld fysieke bijeenkomsten waar betrokkenen kennis kunnen maken met de basisbeginselen van de digitale technologieën. Bied ook directe ondersteuning bij vragen of problemen. Of werk met een buddy-systeem, waarbij technisch vaardige medewerkers gekoppeld worden aan mensen die meer moeite hebben met digitale technologie. Belangrijk daarbij wel is dat de technisch vaardige buddy de collega niet overdondert. Begin tijdens professionaliseringsbijeenkomsten met eenvoudige opdrachten die snel resultaat opleveren. Daarnaast is het nuttig om de relevantie van digitale vaardigheden te koppelen aan de dagelijkse praktijk van medewerkers. Tot slot is het belangrijk om regelmatig positieve feedback te geven.

Degenen, die over onvoldoende financiële middelen beschikken om gebruik te maken van digitale technologie, zouden deze technologie moeten kunnen lenen of gebruik kunnen maken van extra financiële ondersteuning.

De maatregelen zouden wat mij betreft ook gericht moeten zijn op lerenden en docenten/opleiders. Het zijn immers niet alleen lerenden die over weinig bekwaamheden en affiniteit met digitale technologie kunnen beschikken.

The post Wisselende bekwaamheden en affiniteit op het gebied van digitale technologie: hoe mee om te gaan? first appeared on WilfredRubens.com over leren en ICT.
Lees het hele artikel


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

CAPTCHA Afbeelding
Voer de hierboven staande code in: