10 actieve werkvormen om kennis op te frissen bij de flipped classroom
(deze blog is geschreven in samenwerking met chat.openai.com)
Ik was bij Amnesty International op bezoek. De organisatie was in feeststemming voor het kerstdiner met statafels en outfits vol glitters. Het was ook feestelijk omdat het de afsluiting was van een drie-maands traject over blended leren. De Amnesty deelnemers hadden allen ge-experimenteerd met nieuwe ontwerpen. Twee van hen hadden de flipped classroom omarmt en een nieuw ontwerp uitgeprobeerd. Zij startten online met hun internationale groep om meer tijd te hebben voor oefenen en toepassing in de bijeenkomst. Van tevoren was er zorg, ook bij mij! of iedereen wel online tijd zou hebben om te starten. Maar wat een verrassing. TADAM! De stemming werd nog veel feestelijker! 100% van de deelnemers bleek de online opdrachten te hebben gedaan. Voor de volgende uitvoering van deze training wilden ze opnieuw met een flip werken. Hun vraag was nu: hoe start ik actief in de live sessie na het online deel? Waarbij de online inzichten weer worden opgehaald, maar niet herhaald.
Opfrissen is nodig voor een effectieve flip
Hoe zorg je voor een actieve start van een live sessie? Het herhalen van de inhoud uit het online deel van de flip versterkt het leren. Deelnemers kunnen nieuwe informatie beter begrijpen en onthouden bij herhaling. Onderzoeken hebben aangetoond dat het opfrissen van de online informatie kan helpen om voorkennis te activeren en nieuwe leeractiviteiten zinvoller te maken. Deelnemers zijn dan beter in staat informatie te onthouden en toe te passen.
“Quizzen waarmee je aan het begin van een les nagaat wat een student onthouden heeft van de kennisclip, vergroten het leereffect. Die quizzen kan je op honderden manieren uitvoeren. Bij een hoorcollege met tweehonderd studenten kun je met stemapparatuur werken. Maar in een middelbare schoolklas kan je ook een schilderij neerzetten dat in het kennisclipje voorkomt en daar vragen over stellen. Als de les maar interactief wordt en leerlingen actief meedoen.”
Het is ook een goede strategie vanuit het oogpunt van zogenaamde ‘retrieval practice’. Dat is het ophalen van kennis bij deelnemers om zo te zorgen voor beter leren en onthouden. Zie bijvoorbeeld deze blogpost van de learning scientists of “It’s never too late to start practice testing” van Mirjam Neelen en Paul Kirchner.
Overigens moet je ook niet bezuinigen op de tijd samen. Je moet deze tijd niet inkorten, maar anders inzetten.
10 werkvormen om ‘kennis op te frissen’
Er zijn allerlei leuke werkvormen die je kunt gebruiken om de inhoud online te herhalen aan het begin van een live trainingssessie. Zodat je ook eens kunt variëren.
1.”Kwiz-me-up”: Maak een korte, informele online kwis met vragen over de inhoud, via bijvoorbeeld Mentimeter of Kahoot. Je kunt vragen in teams laten beantwoorden of individueel. Dit is een leuke manier om zowel kennis bij deelnemers op te frissen als zelf zicht te krijgen op wat er nog ontbreekt. Ik had een keer de vraag ‘hoeveel ontwerpprincipes zijn er’? waarop de meeste deelnemers antwoordden 3, terwijl het er 7 waren. Dan weet je dat er nog werk aan de winkel is :).
2. “Maak je eigen kwis”: Een variant op de quiz is deelnemers in tweetallen zelf een aantal kwisvragen te laten maken en die samen te spelen. Handig als je deze kwis pas later speelt na een pauze zodat je de vragen nog in kunt voeren, bij een grote groep kan dit nog wel wat tijd vragen.
3.”Begripkaarten”: Geef deelnemers in groepjes een aantal “begripkaarten” met daarop de belangrijkste begrippen of principes. De groepjes kunnen op de kaarten hun eigen uitleg zetten, maar ook bijvoorbeeld voorbeelden verzinnen.
4.”Cartoons”: Maak een pagina met cartoons over het onderwerp, bv. op Pinterest. Laat deelnemers grasduinen en cartoons kiezen die voor hen een belangrijk aspect van het onderwerp illustreren. Dit leent zich goed voor een vertaling naar eigen ervaringen. Een mooie variant is een cartoon zonder tekst geven en de deelnemers zelf teksten laten verzinnen.
5. “Discussie-starter”: Geef een discussie-starter over een onderwerp. Dit kan een vraag zijn of een stelling. Deelnemers kunnen in groepjes of plenair bespreken wat ze hebben geleerd over het onderwerp en hoe ze het toepassen in de realiteit. Een vorm waarin je dit kunt doen is de tijdlijn. Vraag deelnemers zich op een denkbeeldige lijn in de ruimte te plaatsen tussen Eens en Oneens met bepaalde stellingen.
6.”Creatieve samenvatting”: Laat deelnemers een creatieve samenvatting maken. Dit kan in de vorm van Delfts-blauw tegeltje, een infographic, of een video. Dit helpt om informatie te ordenen en te bedenken wat het belangrijkste is. Hier heb je meestal wel wat meer tijd voor nodig. Nog creatiever is een kunstwerk, een lied of een toneelstuk maken.
“7. Vind de fout”: Je kunt een tekst of presentatie geven waarin een aantal fouten zitten verwerkt. Aan de deelnemers de taak om de fouten te ontdekken.
8. “Mind mapping”: Laat deelnemers individueel of in duo’s een mind map maken om de informatie visueel te ordenen en te structureren in hun geheugen. Deze opdracht kun je ook al vantevoren meegeven, terwijl je vraagt of ze hun mindmap meenemen. In groepjes kunnen ze dan de mindmaps vergelijken.
9. “Gamification”: Gebruik gamification om mensen te motiveren, bv een competitie wie het beste voorbeeld heeft van een toepassing.
10. “Peer Teaching”: Laat deelnemers elkaar deelonderwerpen uitleggen, dit helpt hen om het goed te begrijpen en te onthouden. Dit moet je wel vantevoren toelichten. Het is ook een mooie manier om te zorgen dat deelnemers zich goed gaan verdiepen in een onderwerp. Zo vragen wij groepjes zich in een ontwerpmodel te verdiepen en dit uit te leggen aan de rest van de groep.
Deze werkvormen zijn slechts een aantal voorbeelden. Je kunt zelf los gaan in het verzinnen van varianten. Denk aan opdrachten als Fill in the blanks gebruiken. Het is belangrijk om te experimenteren met verschillende methoden en te kijken welke goed werken voor jou. Heb jij ervaring met een leuke vorm? Deel het in het commentaar!
Lees het hele
artikel