Bloggers

Een overzicht van blogs geschreven door aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van Wilfred Rubens (redactie) | 10-08-2015 | Article Rating | (0) reacties

Mobile learning: misconcepties en mogelijkheden

Rond 2000 werd er voor het eerst aandacht besteed aan ‘mobile learning’. Dit terrein is sinds die tij sterk in beweging. Dat komt voor een groot deel door technologische ontwikkelingen. Tegelijkertijd bestaan er de nodige misvattingen rond mobile learning, en passen we de betreffende leertechnologieën lang niet altijd effectief toe.

mobile learning

Foto: leanforward_photos

Tom Brown en Lydia Mbati van de Universiteit van Zuid-Afrika hebben een paper geschreven waarin zij ingaan op verschillende misconcepties ten aanzien van mobile learning. Verder beschrijven zij didactische mogelijkheden van mobile learning, leggen zij het verband met enkele (over het algemeen relatief nieuwe) opvattingen over leren, gaan zij in op uitdagingen ten aanzien van de invoering van mobile learning en verkennen zij toekomstige ontwikkelingen.

Ondanks dat mobile learning zo’n vijftien jaar oud is, staan we volgens Brown en Mbati nog maar aan het begin van de invoering ervan. Zij stellen bijvoorbeeld dat we bij mobile learning niet fysiek in beweging zijn om te leren, maar dat we mobiele apparaten gebruiken om alomtegenwoordig te leren. Verder gebruiken we ook lang niet alleen mobiele telefoons voor mobile learning, maar ook andere “handheld devices” (en ook draagbare -‘wearable’- apparaten). Bij mobile learning staat volgens de auteurs ook te vaak de technologie centraal, en niet het didactisch zinvol gebruik ervan.

Daar komt bij dat vaak onvoldoende wordt gekeken naar de daadwerkelijke didactische potentie van deze leertechnologieën, maar dat gebruikelijke manieren van e-learning (denk vooral aan cursussen en trainingen) via een mobiel apparaat toegankelijk worden gemaakt. In feite leidt dat tot gemiste kansen. Mobile learning is tenslotte niet alleen benadering voor leren op afstand, maar kan ook tijdens bijeenkomsten worden toegepast.

Didactische mogelijkheden van mobile learning zijn dan onder andere:

  • Het gebruik van sms (en andere text-toepassingen) voor administratieve ondersteuning en motiverende berichten.
  • Het gebruik van testjes (voorkennis, checken of lerenden instructies hebben begrepen, etcetera).
  • Het creëren en delen van audio-visuele materialen.
  • Het opnemen en afspelen van gesproken teksten voor taalonderwijs.
  • Leeractiviteiten uitvoeren op basis van de locatie waar men zich bevindt, of binnen bepaalde contexten.
  • Het gebruik van mobiele simulaties en games.
  • Het gebruik van augmented reality en “immersive presence” (in 3D omgevingen).
  • Het faciliteren van leren op de werkplek of leren in de vrije tijd.
  • Het faciliteren van een persoonlijke leeromgeving (o.a. door lerenden eigen applicaties en gereedschappen te laten kiezen).
  • Het creëren en delen van verschillende vormen van user-generated content.

Deze mogelijkheden leiden er toe dat mobile learning binnen relatief nieuwe benaderingen van leren wordt ingezet zoals de ‘heutagogy’, ‘rhizomatic learning’ of het connectivisme. De auteurs vatten deze verschillende benaderingen summier samen, waarbij ze weinig expliciet ingaan op de relatie met mobile learning.

In hun bijdrage schetsen Brown en Mbati vervolgens verschillende uitdagingen zoals een beperkte bandbreedte om rijke materialen zoals video’s te kunnen gebruiken. Verder vormen de kosten van connectiviteit en dataverkeer voor veel lerenden een drempel, en beschikken lerenden lang niet altijd over een eigen device. Andere uitdagingen zijn onder andere onvoldoende digitale geletterdheid en een te zware nadruk op ‘content-gedrevenheid’, in plaats van ’studentgecentreerdheid’. Een deel van deze uitdagingen zijn vooral relevant in ontwikkelingslanden, al ben je als Nederlander ook betrekkelijk veel geld kwijt aan mobiele technologie. Vooral als je deze in het buitenland wilt gebruiken (tijdens de vakantie moest ik bijna 15 euro voor 100 mb dataverkeer betalen).

De auteurs verwachten dat mobiele technologie (en draagbare technologie) in toenemende mate gebruikt zal worden voor meer gepersonaliseerd leren, en leren binnen contexten. Verder zal mobiele technologie krachtiger worden waardoor rijke leermaterialen beter mobiel gebruikt kunnen worden, en zal mobiele technologie in toenemende mate worden gebruikt voor leeractiviteiten waarbij de lerenden vooral een creërende -in plaats van consumerende- rol vervolt. Dit doet wel een groot beroep op bepaalde bekwaamheden van lerenden zoals het kunnen hanteren van grote hoeveelheden informatie en het kunnen gebruiken van informatie binnen verschillende contexten.


Lees het hele artikel


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

CAPTCHA Afbeelding
Voer de hierboven staande code in: