Generatieve AI-toepassingen dwingen onderwijsinstellingen om hun onderwijs te herzien
De toonzetting van het artikel ‘It’s a monster’: How generative AI is forcing university professors to rethink learning‘ vind ik negatief. Maar met de boodschap ben ik het volledig eens (en ik deel ook enkele zorgen).
Het gebruik van generatieve AI-toepassingen, zoals ChatGPT, door lerenden stelt docenten voor nieuwe uitdagingen. Twee Ierse universiteitsdocenten, Des Fitzgerald (sociologie) en Michael Hinds (Engels), delen hun ervaringen en reflecteren op de gevolgen voor het onderwijs.
Toen Fitzgerald tijdens het nakijken van sociologie-essays steeds dezelfde merkwaardige verwijzingen tegenkwam, ontdekte hij dat studenten ChatGPT gebruikten om ideeën te genereren. Voor hem betekende dit het einde van het klassieke huiswerkessay. Hij schakelde over op open-boekopdrachten in de klas,. Dit beperkte het gebruik van AI, maar voorkwam het gebruik niet helemaal. Fitzgerald ziet daarnaast dat studenten AI-tools inzetten om lange teksten samen te vatten. Hij vreest dat hierdoor het eigenlijke lees- en denkproces verdwijnt, inclusief het plezier van begrip.
Ook Michael Hinds van Dublin City University herkent de gevolgen. Hij beschrijft AI-teksten als ‘glad’ en geestdodend. In plaats van streng te controleren, zoekt hij naar manieren om leren opnieuw te centreren rond reflectie en gemeenschap. Zo organiseert hij gezamenlijke filmvertoningen en vraagt hij studenten om hun persoonlijke kijkervaring te beschrijven. Beiden willen studenten niet veroordelen; zij wijzen de hoge studiebelasting en stress die het gebruik van AI-tools aantrekkelijk maken. Volgens Fitzgerald versterkt een op cijfers gericht onderwijssysteem dit nog verder. Wanneer het diploma centraal staat, is de verleiding groot om tools te gebruiken die snel resultaat beloven.
Onderwijsinstellingen hanteren volkens dit artikel uiteenlopend beleid. Sommige docenten en opleidingen verbieden AI-gebruik, anderen zijn flexibeler. Handhaving blijft lastig omdat detectiesoftware onbetrouwbaar is. Daarom voeren docenten vooral gesprekken met studenten over hun keuzes. Vaak vertellen studenten openlijk dat AI voor hen de enige mogelijkheid was. Daarbij merken docenten dat AI vaak verzonnen bronnen en citaten produceert, wat de academische kwaliteit aantast.
De kernvraag gaat volgens Fitzgerald en Hinds verder dan fraude. Als werk van lerenden niet langer hun eigen denken weerspiegelt, verliest onderwijs zijn fundament. Onderwijsinstellingen experimenteren daarom met alternatieve vormen van beoordelen, zoals mondelinge examens en reflectieve opdrachten. Zulke veranderingen vergen echter veel tijd en middelen. Vooral tijdelijk aangestelde docenten krijgen er extra taken bij zonder voldoende ondersteuning.
Daarnaast neemt de zorg over de rol van technologiebedrijven toe. Fitzgerald ziet in het tijdelijk gratis aanbieden van premiumdiensten een strategie om afhankelijkheid te creëren. Wanneer instellingen hun pedagogisch-didactische infrastructuur uitbesteden, kan het publieke karakter van onderwijs in gevaar komen. Hinds noemt ChatGPT een “monster”, maar benadrukt dat het voortkomt uit een systeem dat onderwijs al had gereduceerd tot transacties en competitie.
De gevolgen reiken daarbij volgens deze bijdrage verder dan det onderwijs. Als AI kritisch denken kan nabootsen zonder dat lerenden het zelf oefenen, dreigt een maatschappelijke verschuiving. Zeker de geesteswetenschappen, waar analyse en reflectie centraal staan, komen daardoor onder druk te staan. Toch blijven beide docenten geloven in de waarde van worsteling en begrip. Voor hen ligt de kern niet in het behalen van een cijfer, maar in het ontwikkelen van kritisch en creatief denken.
Mijn opmerkingen
Beide docenten bekritiseren het bestaande onderwijssysteem dat meer gericht is op het behalen van cijfers dan op echt leren. Zij maken zich zorgen over de invloed van generatieve AI op kritisch en creatief denken, en pleiten ook voor ander onderwijs. Beiden hebben leerstrategieën aangepast, waarbij opvalt dat zij AI-toepassingen vooral ook proberen te vermijden.
Aanpassing van de manier van beoordelen en ook van didactiek, leerdoelen en leerinhouden is m.i. inderdaad een noodzaak. Doe je dat niet, dan leidt dat tot didactische drama’s. Het vermijden van generatieve AI-toepassingen daarbij is een mogelijkheid. Je kunt daar in een aantal gevallen voor kiezen. Ik vind het echter belangrijk dat we lerenden vooral leren hoe zij kritisch om kunnen gaan met AI-technologie. Zij moeten zich realiseren dat deze technologie niet waardevrij is, maatschappelijk kwalijke kanten heeft (net als heel veel ‘big tech’) en ook averechts kan werken voor leren. Lerenden moeten ook kennis maken met alternatieven voor de gebruikelijke GenAI-tools. En zoals ik al zo vaak heb geschreven: het gaat erom dat je leert hoe je het beste kunt leren, en hoe je kunt voorkomen dat jij het leren uitbesteedt aan GenAI-toepassingen. Door Generatieve AI-tools wijs te gebruiken zou het leren juist versterkt kunnen worden.
Het is de vraag of het consequent vermijden van GenAI-technologie een verstandige strategie is. Daarbuiten is deze technologie namelijk alomtegenwoordig. Waar leren lerenden anders om verantwoord om te gaan met deze technologieën? En laten we wel wezen: generatieve AI-toepassingen hebben ook veel voordelen. Het kunnen maken van een samenvatting maakt daar m.i. deel van uit. Menig publicatie bevat namelijk ook overbodige ballast (dan heb ik het uiteraard niet over prachtige literatuur). Je hebt immers ook vriendelijke en behulpzame monsters.
Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie
Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.
The post
Generatieve AI-toepassingen dwingen onderwijsinstellingen om hun onderwijs te herzien first appeared on
WilfredRubens.com over leren en ICT.
Lees het hele
artikel