De complexe, hybride realiteit van digitale technologieën en welzijn
Het Trimbos-instituut heeft aan het begin van mijn zomervakantie een position paper gepubliceerd over de complexe relatie tussen digitale technologieën en welzijn (titel” “Het Digitale Prisma Belicht”). Dit rapport schetst een systematische en genuanceerde visie op digitalisering en welzijn, met concrete aanbevelingen voor verschillende maatschappelijke sectoren.
De auteurs benadrukken dat de realiteit van digitale technologieën en welzijn niet simpel en rechtlijnig is, maar complex en hybride. Positieve en negatieve effecten kunnen tegelijkertijd plaatsvinden binnen één persoon, waarbij de impact afhangt van contextuele, situationele en individuele factoren. Met ‘hybride realiteit’ bedoelen zij dat activiteiten en ervaringen in de fysieke en digitale omgeving in elkaar overlopen. Het rapport waarschuwt tegen het zoeken naar eenduidige antwoorden en pleit voor een genuanceerde benadering die recht doet aan de complexiteit van het vraagstuk.
Sociale media: een tweerichtingsweg
Onderzoek toont volgens de samenstellers aan dat de relatie tussen sociale media en welzijn wederkerig is. Welzijn beïnvloedt het gebruik van sociale media, maar sociale media beïnvloeden ook het welzijn. Deze tweezijdige relatie wordt bepaald door een breed scala aan factoren. Jongeren kunnen zowel positieve als negatieve ervaringen hebben op sociale media, waarbij individuele, contextuele en situationele aspecten bepalend zijn voor de uiteindelijke impact.
Het rapport wijst op ontwikkelingen rondom leeftijdsadequate introductie van smartphones en sociale media. Vanuit orthopedagogisch perspectief moeten kinderen ondersteund worden bij hun eerste stappen in de online sociale wereld, terwijl ouders nog een belangrijke rol spelen in hun belevingswereld. Door het ‘instapmoment’ te verhogen naar later in de puberteit kunnen kinderen welzijnkansen mislopen, omdat zij dan sociaal uitgesloten worden van wat andere vrienden zien en voelen.
De techindustrie moet sociale media ethisch ontwerpen, maar richt zich nu vooral op plezier en betrokkenheid van gebruikers. Bepaalde ontwerpeigenschappen belemmeren holistische welzijn en kunnen problematisch sociaal mediagebruik bevorderen. Functies zoals ‘endless scrolls’ en algoritmes die gericht zijn op korte-termijn plezier houden geen rekening met diepere psychologische behoeften. Externe regulering is nodig omdat bedrijven in een winstgedreven markt niet kunnen vertrouwen op zelfregulering. Jongeren en volwassenen moeten tools krijgen voor gezonder sociale mediagebruik.
Gaming: risico’s en kansen
Gaming heeft zowel positieve als negatieve effecten op welzijn, aldus de auteurs. Games kunnen bijdragen aan ruimtelijk inzicht, probleemoplossend vermogen en creativiteit, en gematigd gamen lijkt gerelateerd aan beter welzijn bij kinderen. De tijd die iemand gamet is minder belangrijk dan de motivatie: intrinsieke motivatie leidt tot positieve effecten, terwijl druk van buitenaf negatieve gevolgen heeft.
Een kleine groep jongeren ervaart problemen door gamen, waarbij problemen ontstaan op andere gebieden zoals sociale leven, school en gezondheid. Problematisch gamen komt voor bij 2,2% van de scholieren van 12-16 jaar. Sommigen herstellen zelf, anderen hebben behandeling nodig.
Naast entertainment zijn er ook games ontwikkeld om welzijn direct te verbeteren, zoals voor angstregulering, traumatherapie en mentale gezondheidsproblemen. Ontwerpeigenschappen spelen een belangrijke rol: games kunnen gezonde keuzes stimuleren, maar ook negatieve effecten hebben door druk op tijd, geld en aandacht. Ethisch ontwerp met welzijn als prioriteit is nodig, evenals effectieve regulering van gamebedrijven.
AI: nieuwe uitdagingen
Het onderzoeksveld rondom AI en welzijn is nog jong. De discussie kenmerkt zich door een spanningsveld tussen technologisch optimisme en zorgen over negatieve effecten. AI begeeft zich vooral op het domein van productiviteit in plaats van menselijke ervaring. Dit heeft geleid tot zorgen over een ontwikkeling naar ‘mensgerichte’ AI.
Mensgerichte AI verschuift de aandacht van wat technisch mogelijk is naar menselijke waarden en behoeften. Dit vereist transparantie, goede data en het kunnen uitleggen. Wel bestaan er zorgen over discriminatie en negatieve gevolgen voor gemarginaliseerde groepen door AI-systemen die getraind worden op bevooroordeelde data.
Er is volgens de samenstellers nog te weinig aandacht voor het menselijk welzijn in alle facetten van AI-ontwikkeling. Autonomie krijgt wel toenemende aandacht in onderzoek naar AI. Andere relevante thema’s zijn de relatie tussen AI en eenzaamheid, de rol van AI in het onderwijs, en ethisch AI-ontwerp. Het expertisecentrum noemt ‘mensgerichte AI 2.0’ als noodzakelijke stap voor de toekomst, waarbij welzijn centraal staat.
Integrale aanpak
Het rapport pleit voor een integrale aanpak van digitaal welzijn binnen een complex en dynamisch systeem. Er zijn veel factoren die op verschillende niveaus interacteren, waardoor de oplossing niet bij één domein ligt. Een integrale aanpak is nodig waarbij op verschillende systeemniveaus stappen worden ondernomen om risico’s te voorkomen en optimaal gebruik van digitale technologieën te bevorderen. Samenwerking tussen partijen op verschillende niveaus is noodzakelijk voor een succesvolle benadering van digitalisering en welzijn. De samenstellers formuleren een flink aantal aanbevelingen voor individuele gebruikers, ouders en opvoeders, het onderwijs en maatschappelijk middenveld, de regionale en nationale overheid, industrie en digitale media-ontwerpers, en voor onderzoek en wetenschap.
Voor het onderwijs pleiten de auteurs bijvoorbeeld voor het meenemen van de digitale wereld als leefwereld binnen preventie, waarbij kinderen en jongeren een ‘media-weeklogboek’ bijhouden waarin ze opschrijven wat ze doen, waarom en hoe ze zich daarbij voelen. Docenten worden geadviseerd om ouders te informeren en te begeleiden bij signalen van problematisch gebruik.
Het rapport benadrukt ook het belang van het betrekken van kinderen en jongeren bij het opstellen van beleid. Schoolbeleid moet ontwikkeld worden in samenspraak met lerenden, waarbij methodologische aanpakken zoals co-creatie en design thinking kunnen zorgen dat aangeboden oplossingen goed aansluiten op de werkelijke behoeften van de doelgroep.
Het rapport sluit af met de oproep tot verdere samenwerking tussen wetenschap en praktijk voor effectieve implementatie van deze aanbevelingen.
Mijn opmerkingen
De genuanceerde, evenwichtige, toon van dit rapport spreekt mij zeer aan. De auteurs hebben oog voor risico’s en kansen van drie belangrijke clusters digitale technologieën voor het welzijn van jongere gebruikers. Overigens spelen smartphones, en de wijze waarop deze ontworpen zijn, ook een belangrijke rol op dit terrein.
Bij het onderdeel AI mis ik wel de mogelijke invloed van AI op het afhankelijk worden van deze technologie. Als AI wegvalt kun je vervolgens slechter gaan presteren. Ook kan het gebruik van AI ten koste gaan van het vermogen om kritisch te denken. AI werkt niet zo zeer verslavend vanwege ‘endless scrolls’ en algoritmes die gericht zijn op korte-termijn plezier, maar wel vanwege het feit dat gebruikers taken uitbesteden in plaats van AI als ondersteuning gebruiken bij de uitvoering van taken en wellicht ook doordat AI-toepassingen vaak vragen blijven stellen. Deze nadelen kunnen weer negatieve gevolgen hebben voor het welzijn. Er is dus inderdaad sprake van een complexe, hybride realiteit.
The post
De complexe, hybride realiteit van digitale technologieën en welzijn first appeared on
WilfredRubens.com over leren en ICT.
Lees het hele
artikel