Betrokkenheid van lerenden en AI
De studie ‘Student Engagement and AI: Research Overview and Findings’ van D2L’s Academic Affairs team en het Online Learning Consortium onderzoekt hoe lerenden in het hoger onderwijs generatieve AI-technologieën zien en gebruiken. De auteurs beschrijven kansen en uitdagingen.
Lerenden gebruiken AI-tools vaak, ook als dit niet ‘mag’. Dit rapport, gebaseerd op een enquête onder 87 lerenden en diepte-interviews met 18 lerenden, onderzoekt hoe lerenden AI gebruiken, hun percepties, de invloed op betrokkenheid en de mogelijke ondersteuning door onderwijsinstellingen.
Het onderzoek identificeerde vier hoofdcategorieën van AI-gebruik onder studenten:
1. Brainstormen en ideeën genereren
Lerenden gebruiken AI-toepassingen vaak als startpunt voor schrijfopdrachten. Het gebruik van AI leidt tot nieuwe ideeën die lerenden niet eerder hadden bedacht, en bevordert nadenken over wat ze schrijven. Lerenden gebruiken AI om uitstelgedrag te voorkomen, bijvoorbeeld door een raamwerk te maken voordat ze beginnen.
2. AI als tutor
Veel lerenden laden studiemateriaal in AI-tools en vragen ten behoeve van oefentoetsen, stapsgewijze uitleg of antwoorden. AI-toepassingen fungeren als ’tutor’ en helpen bij het lezen van papers en het oplossen van wiskundeproblemen. Voor lerenden met ADHD blijkt AI nuttig om ideeën te ordenen en gefocust te blijven.
3. Tijdsbesparing
Lerenden gebruiken AI voor taken die ze als tijdrovend ervaren: grammaticacontrole, samenvattingen maken, feitencontrole, vergelijkingen oplossen en code schrijven. Lerenden gebruiken AI-toepassingen om wiskundige vergelijkingen te controleren hetgeen tijd bespaart.
4. Experimenteren en verkennen
Sommige lerenden gebruiken AI-tools voor het oplossen van creatieve of technische problemen. Een voorbeeld is het ontwikkelen van een ondernemingsidee met helium. Lerenden gebruiken AI-tools ook om de benodigde berekeningen uit te voeren om verbanden te leggen tussen natuurkunde en scheikunde.
Lerenden hebben gemengde gevoelens over de invloed van ‘AI’ op kritisch denken. Sommigen zien het als stimulerend, anderen als belemmerend. De “als een mes”-metafoor beschrijft AI als nuttig voor productiviteit, maar met het risico van over-afhankelijkheid en het mislopen van leerervaringen. Lerenden hanteren vaak persoonlijke ethische grenzen, en gebruiken AI voor taken die zij als repetitief of “tijdverspilling” zien, zonder dit als problematisch te ervaren. Ze zijn zich bewust van AI’s onbetrouwbaarheid en benadrukken de noodzaak antwoorden te controleren op juistheid en authenticiteit. Strikte AI-verboden vinden ze vaak niet effectief en worden genegeerd.
AI beïnvloedt de drie kerngebieden van betrokkenheid van lerenden:
- Emotionele betrokkenheid: AI helpt lerenden vertrouwen op te bouwen en interesse te behouden. Eén van de lerenden werd minder angstig voor zijn wiskundevak dankzij AI-ondersteuning. Tegelijk kiezen lerenden vaak voor AI boven contact met docenten. Dit kan de relatie tussen lerende en docent verzwakken.
- Cognitieve betrokkenheid: AI kan zowel verdiepend leren bevorderen als vermijden. Terwijl sommige lerenden AI gebruiken om complexe ideeën te verkennen, gebruiken anderen het om “druk werk” over te slaan zonder zich met de stof bezig te houden.
- Gedragsmatige betrokkenheid: AI fungeert als studiebuddy waarmee lerenden interacteren, vragen stellen en oefenen. Dit verhoogt de tijd die ze aan hun studie besteden, maar niet noodzakelijk de kwaliteit van het leren.
Lerenden zien dat docenten verdeeld zijn: sommigen wijzen AI af, anderen integreren het; de afwijzende groep is groter, aldus de lerenden. Zij zouden willen dat docenten een genuanceerder begrip van AI en redelijk beleid ontwikkelen. Ze gebruiken AI toch wel, ook bij een verbod, en zien afwijzende docenten als onwetend over de technologie en de leermogelijkheden ervan. Er is behoefte aan duidelijke ethische richtlijnen voor AI-gebruik, ook als het is toegestaan. Professionalisering van docenten is volgens lerenden nodig, zodat zij AI’s werking en bijdrage aan onderwijsontwerp en leren begrijpen.
Docenten spelen nog geen leidende rol; lerenden ontdekken AI grotendeels zelf. De onderzoekers merken op dat instellingen docenten toe zouden moeten rusten via professionaliseren over constructief AI-gebruik en de beperkingen ervan, in plaats van dwingend beleid. Ook is ondersteuning bij aanpassing van onderwijsontwerpen belangrijk, zodat docenten een relevante rol behouden. Een verbod is geen ethische leidraad. Het is aan te bevelen om het gesprek over ethische grenzen aan te gaan en lerenden hierbij te betrekken, om zo de focus te verleggen van fraude naar de potentie van AI-technologie.
Mijn opmerkingen
Het is altijd de moeite waard om de ‘stem’ van lerenden te horen als het gaat om digitate technologie, zoals AI-toepassingen. Dit rapport laat een genuanceerd beeld zijn in het gebruik van AI-toepassingen door lerenden en als het gaat over hun opvattingen ten aanzien van de kansen en risico’s voor leren. Het is wel goed je te realiseren dat er vaak een kloof is tussen opvattingen en daadwerkelijk handelen. De noodzaak om het onderwijs dusdanig aan te passen dat AI-toepassingen zodanig worden gebruikt dat de kwaliteit van het onderwijs wordt verbeterd en meer rekening wordt gehouden met individuele leervragen en -behoeften wordt slechts aangestipt. Daarbij moeten we niet alleen oog hebben voor hoe je AI-tools kunt toepassen, maar ook voor de impact op onder meer de beroepsidentiteit van docenten.
Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie
Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.
The post
Betrokkenheid van lerenden en AI first appeared on
WilfredRubens.com over leren en ICT.
Lees het hele
artikel