Bloggers

Een overzicht van blogs geschreven door aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van Wilfred Rubens (redactie) | 27-03-2023 | Article Rating | (0) reacties

Moeten we ‘simultaan’ onderwijs alleen toepassen als het niet anders kan?

Volgens Alanna Gillis zijn er zes belangrijke redenen waarom ‘simultaan’ onderwijs niet de norm zou mogen worden in het onderwijs.

Photo by <a href=Mesh on Unsplash " width="200" height="300" srcset="https://i0.wp.com/www.te-learning.nl/blog/wp-content/uploads/2023/03/mesh-9iY3Sqr1UWY-unsplash.jpg?resize=200%2C300&ssl=1 200w, https://i0.wp.com/www.te-learning.nl/blog/wp-content/uploads/2023/03/mesh-9iY3Sqr1UWY-unsplash.jpg?w=640&ssl=1 640w" sizes="(max-width: 200px) 100vw, 200px" data-recalc-dims="1" />
Photo by Mesh on Unsplash

Bij ‘simultaan onderwijs’ participeert een deel van de lerenden online op afstand aan onderwijs, en een deel fysiek. Gillis gebruikt de term ‘HyFlex’. Bij dit model kunnen lerenden er normaliter voor kiezen om onderwijs fysiek, synchroon online en zelfs asynchroon online te volgen. Gillis baseert zich op onderzoek waarbij zij het leren, de belemmeringen en de percepties van studenten in haar HyFlex- en online cursussen heeft vergeleken. De zes belangrijke redenen waarom dit model niet het antwoord op de behoefte aan meer flexibel onderwijs is, zijn volgens haar:

  1. Het optimaliseren van multimodale lesplannen is bijna onmogelijk. Goed lesgeven in meerdere modaliteiten tegelijk is moeilijk en leidt vaak tot kwaliteitsverlies voor zowel lerenden die fysiek als op afstand deelnemen. Bovendien worden docenten niet gecompenseerd voor de extra tijd die ze besteden aan het voorbereiden van lessen die op basis van meerdere modaliteiten worden verzorgd.
  2. Belemmeringen in de echte wereld verhinderen de verwezenlijking van het HyFlex-doel. Dit onderwijs vereist een investering in specifieke technologie, maar instellingen passen deze aanpak vaak toe om kosten te besparen. De ideale technologische investeringen voor dit onderwijs zijn niet altijd aanwezig, en lerenden worden geconfronteerd met technologische of sociale barrières die hun vermogen om op afstand deel te nemen aan onderwijs belemmeren. Bijvoorbeeld geen rustige studeerplek thuis.
  3. HyFlex beperkt de betrokkenheid van lerenden en het opbouwen van een gemeenschap. De kloof tussen lerenden die op afstand deelnemen en lerenden die fysiek deelnemen is een belangrijke uitdaging voor ‘community building’ en actief leren. Lerenden toestaan om op afstand deel te nemen kan ook leiden tot multitasking, wat schadelijk is voor hun leerervaring en die van hun andere lerenden.
  4. HyFlex reproduceert veel van de ongelijkheden die deze aanpak juist wil verminderen. In plaats van ongelijkheden te verminderen, kan HyFlex ze verergeren, omdat lerenden op afstand vaak het gevoel hebben dat ze minder goed onderwijs krijgen. Ze missen de mogelijkheid om persoonlijke vragen te stellen, een praatje te maken en anderszins een band op te bouwen met de docent of met andere lerenden. Bovendien kan HyFlex klassieke opvattingen over aanwezigheid bestendigen: je moet altijd aanwezig zijn (ook al zou het voor jouw herstel beter zijn als je niet deelneemt).
  5. HyFlex probeert structurele problemen op te lossen met technologische oplossingen op individueel niveau. De onderliggende redenen waarom lerenden fysiek niet deel kunnen nemen (zoals geen toegankelijke kinderopvang of betaalbaar vervoer), kunnen niet opgelost worden door deze technologie. Een focus op HyFlex leidt af van de noodzaak om het belang van basisbehoeften te benadrukken. Bovendien geven onderwijsinstellingen weer meer geld uit aan technologie.
  6. HyFlex voegt geen zinvolle voordelen toe naast de bestaande modaliteiten. Veel van de problemen die HyFlex wil oplossen kunnen al worden aangepakt door goed ontworpen online leren op afstand. Investeer daarom in het verbeteren van online leren op afstand.

Alanna Gillis concludeert dat ‘simultaan onderwijs’ weliswaar enige flexibiliteit biedt, maar niet de optimale oplossing is. Onderwijsinstellingen zouden zich eerder moeten focussen op het verbeteren van andere modaliteiten om beter aan de behoeften van lerenden te voldoen. ‘Simultaan onderwijs’ kan onder bepaalde omstandigheden zinvol zijn, maar zou niet de standaard manier van onderwijs moeten worden.

Mijn opmerkingen

  • Het onderzoek van Gillis is onvoldoende generaliseerbaar, maar gebaseerd de persoonlijke ervaring.
  • De auteur gaat ervan uit dat alle lerenden op afstand dezelfde moeilijkheden ondervinden, zoals multitasking, gebrek aan gemeenschap en technologische barrières. Het is de vraag of dat het geval is. De verschillen tussen lerenden kunnen groot zijn.
  • Alanna Gillis houdt er geen rekening mee dat je ‘simultaan onderwijs’ ook kunt doorontwikkelen en verbeteren. Technologie en didactiek kunnen verbeteren waardoor tekortkomingen van deze aanpak verholpen kunnen worden.
  • De structurele problemen die lerenden kunnen ervaren, vallen vaak buiten de invloedssfeer van onderwijsinstellingen.
  • ‘Simultaan onderwijs’ is niet perfect. Volledig online onderwijs (asynchroon en synchroon) kan vaak beter werken, als het lastig is om fysiek bij elkaar te komen. Toch kunnen er diverse redenen zijn -zoals logistieke problemen in verband met stakingen in het vervoer of gezondheidsproblemen- om deze manier van opleiden toe te passen.
The post Moeten we ‘simultaan’ onderwijs alleen toepassen als het niet anders kan? first appeared on WilfredRubens.com over leren en ICT.
Lees het hele artikel


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

CAPTCHA Afbeelding
Voer de hierboven staande code in: