Gerrit Jan Oudenes over onderwijs toegankelijker maken
Bespeak is in 2006 opgericht met als doel (toekomstige vak)mensen de best mogelijke leermiddelen aan te bieden. Onder de bezielende leiding van directeur en business developer Gerrit Jan Oudenes werken Bespeakers iedere dag hard aan dit doel. Maar hoe krijg je de kennis om een vak uit te oefenen makkelijker in het hoofd van de student? En welke rol is daarin weggelegd voor digitale leerinterventies? Daar heeft de ideeënman van Bespeak wel wat ideeën over!
Een kwestie van inrichten
Een uitdaging bij het ontwikkelen van effectieve leermiddelen is de bestaande inrichting van het onderwijs, weet ook Gerrit Jan. Zo duren lesuren vaak 50 minuten, geeft een docent uitleg, gaan de studenten individueel aan de slag met de stof en worden de uitwerkingen uiteindelijk klassikaal besproken als er nog tijd over is. In die opzet is veel van ons onderwijs eenrichtingsverkeer. Uitgevers ontwikkelen lesmethoden die bij deze vorm van onderwijs aansluiten. Zo generiek mogelijk, liefst met tekstboeken en werkboeken als basis, zodat zoveel mogelijk studenten ermee uit de voeten kunnen, lijkt de gedachte.
Als het aan Gerrit Jan ligt, kunnen we zo’n lesuur effectiever inrichten. Waar de vorm van een les nu veelal de inhoud bepaalt, zou de inhoud van de les juist de vorm moeten bepalen. “Eigenlijk verdoen we in het onderwijs veel tijd met het uitleggen van de stof in de les, want studenten kunnen die thuis zelfstandig doornemen. Als onderwijsontwikkelaar moet je de instructie flexibeler aanbieden. Als een student dan bijvoorbeeld een keer ziek is geweest, heeft hij niet de instructie gemist, want die kon hij al online bekijken.”
Ook als het over het verwerken, oefenen en herhalen van leerstof gaat, ziet Gerrit Jan kansen voor het digitale leren. “Stel dat je studenten in het groenonderwijs de opdracht geeft om op basis van een stage een moodboard te maken. Dat wordt veel knippen en plakken als ze het op papier moeten doen. Het is voor studenten waardevol om tijdens contacturen ervaringen te delen. Dat doen ze niet door elkaars werkboek door te geven. Als wij studenten dan de mogelijkheid geven om hun moodboards te uploaden naar een digitale omgeving, kunnen de opdrachten in de klas worden vergeleken. Dan zie je dat digitale middelen leiden tot veel meer impact, want in plaats van één stage beleef je er wel twintig.”
Een digitale toekomst?
Voor een onderwijsontwikkelaar met zoveel kennis en ervaring op het gebied van beroepsonderwijs als Bespeak, lijkt het misschien vreemd om zo optimistisch te zijn over de mogelijkheden van digitaal leren. Bakkers, slagers en kappers leren hun vak immers niet door online modules te volgen. Gerrit Jan ziet dat anders: “Ik denk dat je digitaal een goede kapper kunt worden, want online kun je veel zien en ervaren. Maar als je niet daadwerkelijk die haren hebt vastgehouden en die spanning op de haren hebt gevoeld, weet je niet hoe het is om er een schaar in te zetten. Je hebt vlieguren nodig om praktisch vaardig te worden en vertrouwen te krijgen in die handelingen. Met digitale middelen maken we de praktijk toegankelijker en maken we het makkelijker om in de praktijk te leren.”
Bij het toegankelijker maken van onderwijs door middel van digitale middelen denkt Bespeak niet alleen aan studenten. Een mooi voorbeeld is het digitale praktijkwerkboek dat Bespeak ontwikkelde voor beveiligers. Een handige functionaliteit daarin voor praktijkopleiders is de mogelijkheid om beoordelingen van stageopdrachten rechtstreeks in te spreken. Gerrit Jan: “Die functionaliteit hebben we toegevoegd omdat de stagebegeleider weinig tijd heeft en niet altijd beschikt over een computer op het moment dat een student een beoordeling aanvraagt. Hij wil niet achteraf achter zijn computer nog bedenken hoe hij de opdracht vond gaan. Op die manier proberen we in stapjes het onderwijs beter te maken.”
Maar eigenlijk, merkt Gerrit Jan op, is ‘digitaal leren’ een verkeerde benaming. “Ook buiten het onderwijs gaat zoveel van onze communicatie tegenwoordig digitaal. Als het merendeel van de mensen al over iets beschikt, is het blijkbaar geen onderscheidend kenmerk meer. Tegenwoordig is het raar om sommige onderdelen van een methode niet digitaal aan te bieden. Inmiddels verwachten mensen veel dingen digitaal te kunnen doen. Ik denk dat we het onderscheid tussen digitaal en niet-digitaal leren in de toekomst niet meer maken.