Bloggers

Een overzicht van blogs geschreven door aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van Wilfred Rubens (redactie) | 27-05-2016 | Article Rating | (0) reacties

Is ICT in het onderwijs nog steeds ‘oversold and underused’?

Larry Cuban heeft deze uitspraak -ik meen- in 2001 gedaan. Volgens Cuban investeerden onderwijsinstellingen in die tijd veel geld aan ICT, terwijl de mogelijkheden onderbenut blijven. Ik moest hier helaas aan denken toen ik het recente onderzoeksrapport E-didactiek. Welke ict-applicaties gebruiken leraren en waarom? vanochtend las.

Tabel gebruik type applicaties

Bron: Voogt, J. e.a. (2016). E-didactiek. Welke ict-applicaties gebruiken leraren en waarom?

Joke Voogt heeft met collega-onderzoekers onderzoek gedaan naar het gebruik van ICT binnen het onderwijs (van primair onderwijs tot HBO). Zij hebben onder meer leraren in opleiding 279 docenten laten observeren (in totaal 616 cases). Er is daarbij dus niet gevraagd naar opvattingen, maar gekeken naar gedrag in de beroepspraktijk.

Daaruit blijkt dat wat betreft hardware, mobiele hardware (smartphones en tablets) relatief weinig wordt gebruikt. Wat betreft type applicaties maken de onderzoekers een onderscheid in:

  • Presentatiesoftware
  • Oefen- en evaluatiesoftware
  • Informatiesoftware
  • Verwerkings- en bewerkingssoftware
  • Simulatiesoftware en games
  • Organisatie- en planningssoftware
  • Interactiesoftware

Zij concluderen dat de docenten in het onderzoek relatief veel gebruik maken van presentatie- en informatiesoftware (voor klassikale instructie en zelfstandig leren), al gebruiken leraren in het primair onderwijs relatief gezien het meest oefen- en evaluatiesoftware. Lerenden zijn hierbij vooral uitvoerder en toehoorder.

Verder valt op dat een elektronische leeromgeving betrekkelijk weinig wordt gebruikt. MBO/HBO ‘scoren’ met 16% nog het beste. Terwijl onderwijsinstellingen hier fors in hebben geïnvesteerd, en van plan zijn te zullen investeren.

De onderzoekers stellen dat docenten ICT-toepassingen vooral gebruiken ter ondersteuning van de “vigerende routines en het repertoire van leraren”. Met andere woorden: op een manier die past bij de bestaande manier van handelen, die nog steeds gekenmerkt wordt door kennisoverdracht en instructie. Dit wordt het “domesticeren van ict-toepassingen” genoemd.

Is dat erg? Wel als je streeft naar onderwijs waarbij de lerende meer centraal staat. Dat wil zeggen: als je wilt inspelen op de grote verschillen tussen lerenden. Iets wat we volgens de OECD in Nederland nog onvoldoende doen.

Bovendien wordt leertechnologie volgens de onderzoekers ook onvoldoende benut voor het overbruggen van de kloof tussen ervaring en abstractie (bijvoorbeeld via simulaties), voor het ontwikkelen van complexe concepten en vaardigheden (door middel van onderzoekend en ontwerpend leren) en voor samenwerkend leren en co-creatie. Volgens de onderzoekers is er “voldoende evidentie” dat ICT een bijdrage kan leveren aan de doelstellingen die met deze manieren van leren bereikt kunnen worden.

Een belangrijke reden van het onvoldoende benutten van leertechnologie is dat docenten vaak onvoldoende kennis hebben van de ‘affordances’ van de beschikbare leertechnologieën. Paul Kirschner heeft dit lastig te vertalen begrip ooit omschreven als de waargenomen eigenschappen van een ding (ic een leertechnologie), in relatie tot een gebruiker die de manier van gebruiken beïnvloedt. Het gaat dus in feite om eigenschappen en om didactische mogelijkheden die ontstaan dankzij de interactie van de gebruiker met de leertechnologie. Een aanbeveling is dan ook dat binnen opleidingen en professionaliseringsactiviteiten er meer aandacht moet zijn voor de affordances van leertechnologie.

Ik herken dat en besteed hier in ontwerpsessies (werkend leren) altijd expliciet aandacht aan, onder meer door te werken met een checklist voor leertechnologieën.

Voogt cs hebben ook nog gekeken naar redenen en verwachtingen van docenten ten aanzien van de inzet van ICT-toepassingen voor de verbetering van het onderwijsleerproces en de onderwijsuitkomsten, en naar de opbrengsten die docenten waarnemen. Pedro de Bruyckere gaat hier onder meer op in.
De vierde deelvraag van het onderzoek betreft het bewijs dat docenten hebben voor de werkzaamheden van specifieke ICT-toepassingen. De onderzoekers concluderen dat docenten vooral steunen op eigen ervaringen, en bijvoorbeeld niet op uitgevoerd onderzoek.

Is ICT in het onderwijs nog steeds ‘oversold and underused’? Wat mij betreft kun je deze vraag nog steeds bevestigend beantwoorden, al wordt ICT uiteraard veel intensiever gebruikt dan toe Cuban deze uitspraak deed. De mogelijkheden worden echter nog allesbehalve ten volle benut. Er is dus nog veel werk aan de winkel.


Lees het hele artikel


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

CAPTCHA Afbeelding
Voer de hierboven staande code in: